Experimentele metafysica

De eerste uitgever (de filosoof Andronicus van Rhodos – 1e eeuw voor Christus) van de geschriften van Aristoteles noemde de verhandelingen die op de verhandelingen over de fysica volgden daar letterlijk naar: ‘ta meta ta fysica’, ‘dat wat na de fysicaboeken komt’. Aristoteles gebruikte die term zelf niet maar sprak over ‘de eerste filosofie’.

Wikipedia: Metafysica is de tak van de filosofie die niet, zoals de fysica, de werkelijkheid onderzoekt die volgt uit zintuiglijke of instrumentele waarneming, maar op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat erachter zit.

Dus niet – zoals dit icoon lijkt te suggereren – iets dat zich in het brein afspeelt.
En ook dit niet. Helemaal niet. Brrr…

Enigszins anders gezegd: Metafysica is de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de diepe grondvesten van de wereld: de aard van ruimte, tijd, oorzakelijk verband en bestaan, de grondslagen van de werkelijkheid zelf.

De metafysica gaat dus niet over de zintuigelijke ervaring maar over de grond van de werkelijkheid. Een tak van filosofie die vanaf de 19e eeuw als niet meer echt relevant werd gezien aangezien de zo enorm succesvolle fysica werd beschouwd als dé tak van de wetenschap die alle antwoorden over hoe de wereld is zou leveren. Dat is iets dat nog steeds door velen wordt geloofd. Metafysica wordt gauw in dezelfde hoek gezet als het occulte. Lees de volgende hoopvolle uitspraak van de Nobelprijswinnaar voor Geneeskundige fysiologie Charles Richet (1850-1935):

De metafysica wordt nog niet officieel als wetenschap erkend. Maar dat zal veranderen... In Edinburg kon ik ten overstaan van honderd fysiologen bevestigen dat onze vijf zintuigen niet de enige weg vormen waarlangs kennis kan worden opgedaan en dat een deel van de werkelijkheid soms op andere manieren het bewustzijn bereikt... Dat een feit zeldzaam is, betekent nog niet dat het niet bestaat. Als iets moeilijk is om te onderzoeken, is dat dan een reden om het niet te willen begrijpen?... De mensen die de metafysica hebben beschimpt als occulte wetenschap, zullen zich net zo schamen als zij die fel tegen de scheikunde protesteerden omdat het zoeken naar de steen der wijzen een illusie zou zijn... Als principe geldt alleen het uitgangspunt van Lavoisier, Claude Bernard en Pasteur: altijd en overal proefondervindelijk te werk gaan. Laten we daarom de nieuwe wetenschap, die de richting van het menselijk denken zal gaan veranderen, welkom heten.

Een van de reden dat, ondanks Richets pleidooi, de metafysica toen nog niet echt van de grond kwam is dat de aannamen over de grond van de wereld als ontestbaar beschouwd werden. De fysica zou daartoe niet over de benodigde middelen beschikken. In deze eeuw lijkt het echter alsof de metafysica inderdaad de rol gaat spelen waar Richet op hoopte en dat we metafysische aannamen kunnen testen .

Bell experimenten en ruimtetijd – experimentele metafysica

De Bell experimenten die aan het eind van de afgelopen eeuw uitgevoerd zijn, en waarvoor zelf een Nobelprijs is toegekend, zijn in hun diepste aard metafysische experimenten. Maar ook de experimenten die uitgevoerd zijn met zwaartekrachtgolven die voorspeld zijn door Einsteins zwaartekrachttheorie zijn uiteindelijk ook metafysische experimenten. Zwaartekrachtgolven meten en aantonen betekent dat het ruimtetijd weefsel elastisch is en kan golven. Het effect daarvan op de objecten die zich daar in bevinden is wat daar gemeten wordt, niet de golf zelf. Als de relativiteitstheorie klopt, en alle experimenten hebben dat tot nog toe bevestigd, dan is ook causaliteit, oorzaak en gevolg en de volgorde ervan, geen objectieve realiteit meer maar een gevolg van het individuele perspectief van de waarnemer. Ook de kwantumfysica blijkt de gelegenheid tot diepgaande metafysische experimenten te bieden.

De Bell experimenten geven namelijk een antwoord op een vraag over de aard van de werkelijkheid. Of die werkelijkheid wel overeenkomt met onze intuïties. Dat zijn, bij deze experimenten, onze intuïtieve aannamen over lokaliteit (de aanname dat in ruimte gescheiden dingen elkaar niet instantaan kunnen beïnvloeden) en over realisme (dat dingen bestaan zonder dat ze gemeten moeten zijn. De Bell experimenten hebben aangetoond dat minstens één van die twee aannamen niet waar is. Dat een dergelijk experiment veel fysici ongemakkelijk maakte blijkt duidelijk uit het feit dat toen John Clauser het plan opvatte om een Bell experiment wilde te gaan opzetten, en daarover met John Bell sprak, de laatste bezorgd vroeg of Clauser wel een vaste aanstelling had.

Intussen staan door dit soort vragen en experimenten metafysische experimenten weer op de agenda en hebben de eerste uitvoerders van deze experimenten, Clauser, Aspect en Zeilinger, een gezamenlijke Nobelprijs toegekend gekregen in 2022. Dat is goed beschouwd een Nobelprijs voor experimentele metafysica.

V.l.n.r John Clauser, Anton Zeilinger en Alain Aspect – Nobelprijs 2022 (experimentele meta)fysica
© Quantamagazine

Testen van alternatieve realiteiten

Een ander experiment van dit type, van 2019, heeft helaas nog weinig aandacht gekregen. Het is een variatie op het gedachte-experiment van Eugene Wigner. In dat experiment doet zijn vriend een kwantumexperiment waarbij de waarneming van die vriend de kwantumcollaps – een positieve of een negatieve polarisatie van een foton bijvoorbeeld – veroorzaakt door zijn waarneming. Maar buiten het laboratorium staat Wigner die het experiment nog niet waargenomen heeft. Voor Wigner die buiten staat zijn vriend en diens experiment kwantumverstrengeld en is er dus nog geen kwantumcollaps. De kwantumcollaps gebeurt volgens Wigner pas op het moment dat hij de deur van het laboratorium opent. Op zich is dat gedachte-experiment al een metafysische vraag over hoe het universum zich manifesteert met meerdere waarnemers.

Alternatieve realiteiten getest met twee verstrengelde Wigner’s friend experimenten (C) – 2019

Maar dit 2018 experiment gaat nog een stapje verder en test of meerdere waarnemers van een verstrengeld experiment (twee verstrengelde Wigner’s Friend experimenten) altijd allemaal dezelfde uitslag waarnemen. Het gaat hier te ver om het experiment in detail te beschrijven maar de uitslag van het experiment geeft een antwoord op de metafysische vraag of de volgende drie aannames over de werkelijkheid ook alle drie waar zijn:

  • Localiteit (geen onmiddellijke actie op afstand, onderlinge effecten met maximaal de snelheid van het licht)
  • Vrijheid van keus voor de experimentator
  • Absoluutheid van waargenomen gebeurtenissen (iedereen neemt altijd dezelfde uitkomst waar)

De uitslag van het experiment – mits we de gebruikte detectors als waarnemers mogen beschouwen – is met grote zekerheid dat minstens één van deze drie metafysische aannamen niet waar is. De weg lijkt langzamerhand vrij voor metafysische experimenten zonder dat daar meteen een occult label op wordt geplakt.

Voor diegenen die hierover het naadje van de kous willen weten verwijs ik naar het Quanta Magazine artikel ‘Metaphysical Experiments’ Probe Our Hidden Assumptions About Reality’ of bekijk de YouTube film van de Essentia Foundation ‘Experimental metaphysics with first-person perspectives, by Dr. Eric Cavalcanti’.

Of lees deze berichten op mijn website:

Bedenk dat de metafysica en het occulte waarschijnlijk naar hetzelfde onzichtbare domein van de werkelijkheid verwijzen. Maar dat is nog geen reden om de metafysica als onwetenschappelijk te bestempelen. Integendeel. De aanname van het onzichtbare kwantumveld waar al het meetbare zichtbare uit de voorschijn komt, dat is al pure metafysica.

Bewuste agenten en de emergentie van ruimtetijd

Een bewijs uit het ongerijmde

Ik had het al eerder op deze website over professor Donald Hoffman – cognitief psycholoog – en over zijn boek ‘The Case Against Reality. How evolution hid the truth from our eyes.’ Toen ik dat boek enige jaren terug voor het eerst las had ik nog wel wat bezwaren tegen de manier waarop hij tot de tegenintuïtieve conclusie kwam dat de werkelijkheid niet is wat hij lijkt en dat onze zintuigen juist niet geëvolueerd zijn om de werkelijkheid te representeren. Dat kwam omdat hij, uitgaande van het neo-darwinistische evolutie denkbeeld van de overleving van het DNA van de beter geschikte drager daarvan, tot zijn conclusie kwam. En ik ben, zoals ik al vaker betoogd heb, geen fan van dat materialistische neo-darwinistische idee hoewel Hoffman’s eindconclusie wel weer goed aansloot bij de conclusies die ik uit de kwantumfysica trok.

Een bewijs uit het ongerijmde is het mooiste soort bewijs en ook het leukste

Maar ik zat fout. Wat ik niet besefte is dat Hoffman juist laat zien dat de neo-darwinistische hypothese uiteindelijk, via de toepassing van daarop gebaseerde speltheorieën, evolutionaire games, uitkomt bij een logisch conflict. Met het uitvoeren van vele op het neo-darwinisme gebaseerde evolutiegames (simulaties) op computers heeft hij aangetoond dat die hypothese zichzelf uiteindelijk in de voet schiet. Evolutiegames gebaseerd op voortplanting van de geschiktere voor overleving leveren consequent op dat evolutie altijd kiest voor de aanpassing aan onze zintuiglijke verwerking die het minste kost maar wel effectief is terwijl een waarheidsgetrouwe interne weergave van de werkelijkheid veel meer kost dan een simpele effectieve die niet per se waarheidsgetrouw hoeft te zijn. De heerlijke sappige appel die je ziet hoeft daarom dat in werkelijkheid niet te zijn, als jouw actie – pakken en opeten – maar gunstig voor jouw organisme uitpakt. Dus juist als neo-darwinisme zou kloppen kan jouw beeld van de werkelijkheid dat niet. Dat is toch redelijk absurd, niet?

Neuronen zijn niet de bron van het bewustzijn

Hoffman gaat dan verder en zegt dat het beeld dat we hebben gevormd van fysieke hersens en neuronen dus volstrekt niet klopt. Zijn volgende stap is dan de afwijzing van de hypothese dat jouw neuronen de bron zijn van je bewustzijn. Dat kunnen ze niet zijn omdat het beeld van hersens en neuronen dat ons visueel systeem produceert niet overeenkomt met de werkelijkheid. Verder is de grote – onoplosbare – vraag hoe fysieke neuronen bewustzijn produceren. Ze zijn er alleen als we er onze aandacht op richten. En dat is nu net precies ook de conclusie die ik trek uit het waarnemerseffect in de kwantumfysica. Als de waarnemer, simpelweg door waar te nemen, de werkelijkheid kan beïnvloeden – denk aan het experimenteel bevestigde veranderde gedrag van de kwantumgolf als we kunnen zien door welke spleet het elektron gaat – dan kan dat niet gedaan worden door jouw fysieke neuronen.  Dat zou eveneens een redelijk absurde aanname zijn. Hoffman en ik komen via verschillende wegen tot dezelfde conclusie.

Een netwerk van ‘Conscious Agents’

Hoffman stelt dus – net als ik en vele anderen – dat bewustzijn primair moet zijn en heeft een complete wiskundige theorie – samen met zijn team – opgebouwd dat een netwerk van interacterende bewustzijnseenheden, Conscious Agents (CA’s), beschrijft. Zijn uitgebreide artikel met de naam ‘Objects of consciousness’  van 2014  is op het internet makkelijk te vinden en te downloaden. Hij laat daarin onder andere op mathematische wijze zien dat meerdere interacterende CA’s weer een grotere complexere CA vormen. De mathematische beschrijving van de eenvoudigste CA blijkt – heel verassend – identiek aan de kwantumfysische beschrijving van een vrij deeltje. Zo is elk mens dus een complexe CA, samengesteld uit biljoenen cellen, die op hun beurt ook weer complexe CA’s zijn. Enzovoort.

Een Virtual Reality spel

De interactie van het gehele netwerk van interacterende complexe CA’s levert uiteindelijk de ruimtetijd op zoals wij die ervaren. Die ruimtetijd is daarmee dan ook een illusie die door die complexe CA’s wordt ervaren. Hoffman gebruikt nogal eens de virtual reality metafoor van een VR spel waarin de spelers zich aan elkaar voordoen als actiefiguren, avatars. Hij maakt vaak de vergelijking van onze zintuigen – niet alleen de ogen dus – met een virtual reality bril. In dat geval is dat wat wij ervaren als een object of persoon niet veel anders dan een groepje pixels dat gegenereerd wordt door het VR-systeem op het moment dat wij ernaar kijken. Wanneer wij niet kijken hoeven die pixels niet gegenereerd te worden en zijn ze er dus niet.

Dit verklaart ook de plooibaarheid van ruimte en tijd zoals die uit de speciale relativiteit tevoorschijn komt. Als ruimte en tijd een gegenereerde ervaring zijn dan kunnen we dat ineens beter begrijpen.

NB: Een pixel is de kleinste eenheid in een beeld op een computerscherm. Alles wat je op een computerscherm ziet is opgebouwd uit pixels.

pixels uitvergroot

Wat niet waargenomen wordt bestaat niet

Dit past dus naadloos in de bevindingen van de kwantumfysica dat het waargenomen object niet bestaat voordat het waargenomen wordt. Het object – de pixels – wordt gegenereerd op het moment dat wij onze aandacht erop richten en het ervaren. Het interview van André Duqum met Donald Hoffman – twee uur – is bijzonder interessant en goed te volgen want Hoffman legt zeer geduldig uit. Maar neem wel een rustig niet-storen moment voor het bekijken. NB: De term ‘Markovian kernel’ valt nogal eens in het interview. Dat is een mathematisch begrip dat gebruikt wordt in Hoffman’s CA-model. Vertaal dat rustig door het tweeweg filter dat elke communicatie-combinatie van zintuig met expressiemogelijkheid eigenlijk is. Een technisch woord voor wat door ervaren en reageren uitgewisseld wordt dus. We leven in een VR Game. Een absurd lijkende conclusie. Maar dat is geen reden om het spel niet serieus te nemen. Maar wellicht ook om er zonder grote angst en meer in verwondering en bewondering van te genieten.

Proof That Reality Is An ILLUSION: The Mystery Beyond Space-Time – Donald Hoffman

Het nieuwe boek is uit

Een korte stoomcursus kwantumwereld

Klik op de afbeelding voor de online beschikbaarheid

Op 11 juli geef ik een korte presentatie kwantumfysica in verzorgingscentrum De Rietvinck in Amsterdam. Die is wel besloten in principe. Maar de presentatie, een filmpje ervan van 7 minuten, heb ik op YouTube geplaatst zodat die daar door iedereen bekeken kan worden. Tegelijk maak ik daarmee reclame voor mijn nieuwe boek ‘Geest en Kwantumfysica‘. Het boek begint met een korte stoomcursus, de video hieronder is een sterk ingekorte versie van die stoomcursus. Als je die stoomcursus in het boek gedaan hebt, zou je de essays die de daaropvolgende hoofdstukken vormen met begrip moeten kunnen lezen.

Een korte introductie in de kwantumwereld en de illusie van de dingen.

Coherentie, decoherentie en de waarnemer van de toestandsgolf

De toestandsgolf is een kansgolf

De toestandsgolf in de kwantumfysica is het fenomeen dat uit de Schrödingervergelijking rolt, daardoor mathematisch beschreven wordt, en dat de kans voorspelt om het object, waarop die toestandsgolf betrekking heeft, op een gegeven tijdstip en locatie aan te treffen bij meting. In de kwantumfysica speelt de coherentie van die toestandsgolf een belangrijke rol. Wanneer de meting plaatsvindt eindigt de toestandsgolf en wordt het object waargenomen. Dat einde van die toestandsgolf wordt vaak decoherentie genoemd. Een goed begrip van wat onder coherentie en decoherentie wordt verstaan is dus belangrijk.

Een samenhangend fenomeen

Coherentie betekent samenhang. Om golfgedrag te kunnen vertonen is een vorm van samenhang nodig plus een kracht die naar de middenpositie streeft. Bij water is die samenhang de direct fysieke connectie van de watermoleculen. Het is de zwaartekracht die voor een terugkeer naar de middenpositie, het stille wateroppervlak zorgt. De zwaartekracht zorgt hier dus voor de terugkeer naar de middenpositie van de golf, de fysieke connectie, de coherentie, van de watermoleculen zorgt voor het doorgeven van de beweging.

Surface Wave Motion
Oppervlaktegolf in een vloeistof. De vloeistofdeeltjes voeren daarbij een cirkelvormige beweging uit. Er wordt dus geen vloeistof naar rechts getransporteerd door de golf.

Bij een geluidsgolf in lucht is de luchtdruk de kracht die naar middenpositie streeft. Die druk zorgt voor een terugkeren naar de middenpositie. In de middenpositie is de druk dus gelijk aan de omgevingsdruk. De samenhang bij geluid in lucht komt voort uit het voortdurende botsen van luchtmoleculen waardoor ze hun energie voortdurend uitwisselen. Een geluidsgolf is dus een coherent verschijnsel. Dat wil zeggen dat het medium de coherentie verschaft, net als bij een vloeistof.

Sound Wave GIF - Sound Wave - Discover & Share GIFs
Ook in een geluidsgolf worden er geen luchtmoleculen getransporteerd, alleen gebiedjes van hoge en lage druk. De geluidsinstallatie aanzetten zorgt niet voor een lagere druk in de kamer.© ar.inspiredpencil.com

Bij elektromagnetische golven, EM-golven, zoals licht, wordt de samenhang, de coherentie, verzorgt door het feit dat een veranderend magnetisch veld ook een veranderend elektrisch veld veroorzaakt. En andersom ook. Die veranderingen hangen dus nauw samen. De kracht die de EM-golf terug doet keren naar de middenpositie is wat lastiger. Elektrische en magnetische velden hebben de neiging om geleidelijk uit te doven als er geen elektrische resp. magnetische lading in de buurt is. Alleen hun wederzijdse dynamiek houdt ze dus in beweging. De kracht naar de middenpositie is daarmee een gevolg van de neiging tot het verlies aan dynamiek. Dat is weer een gevolg van de neiging van een elektrisch of magnetisch veld om zich in te ruimte met de snelheid van het licht naar alle kanten te verspreiden waardoor de plaatselijke sterkte snel moet afnemen. Dat een elektrisch of magnetisch veld zich in de ruimte op die manier verspreidt is een fundamenteel en ook onverklaard gegeven. We weten nog steeds niet eens wat het is. Alleen hoe het zich gedraagt.

Intro to SDR and RF Signal Analysis
EM-golf. De elektrische (E) en de magnetische (B) veldkrachten staan loodrecht op elkaar. De verandering in de elektrische veldsterkte veroorzaakt een verandering in de magnetische veldsterkte .. en andersom. Dat werkt alleen indien de golf beweegt met de lichtsnelheid.

De kwantumtoestandsgolf en de waarnemer

De kwantumfysische toestandsgolf is nog weer een stap lastiger. Het is voor zover we dat kunnen beoordelen en weten, een golf van potentie, van mogelijke waarnemingen, waarbij positie en beweging, de kansen daarop bij meting, elkaar afwisselen. Potentie is duidelijk immaterieel. Het object is er – nog – niet. Positie en beweging zijn strijdig met elkaar. Als de positie verandert dan is dat beweging. Zodra er beweging is, wordt de positie veranderlijk dus onzekerder. Zodra de positie zekerder is wordt de beweging juist minder. Heel kort door de bocht, stilstand is de afwezigheid van beweging, beweging is de afwezigheid van stilstand. Dat is daarom ook een vorm van samenhang tussen die twee fenomenen, positie en beweging, waarbij het willen kennen van zowel positie als beweging de terugdrijvende kracht is. In het willen kennen zien we meteen, hopelijk, de invloed van de waarnemer op zijn ervaring terug en begrijpen we misschien iets meer van het niet-materiële karakter van de toestandsgolf. Het is ook een prachtige expressie van het Yin en Yang principe.

Yin yang gif - Imagui
Yin en Yang, stilstand is de afwezigheid van beweging, beweging is de afwezigheid van stilstand

Verlies aan samenhang

Wat is nu decoherentie dan? Letterlijk is dat het verlies aan samenhang in het medium van de golf. Decoherentie is door veel fysici aangevoerd als het mechanisme waardoor de kwantumtoestandsgolf eindigt en het waargenomen deeltje verschijnt. Hier zitten verschillende aannamen in. Een belangrijke is die van het verdwijnen van de golf, de ineenstorting, door de invloed van de meting. Dat dat een aanname is blijkt uit het feit dat de toestandsgolf vóór de meting ook niet waargenomen kan worden. De golf is dus niet materieel. Kun je dan nog van ineenstorten spreken? Kan iets wat niet materieel is, er dus niet is in de zin die wij aan er zijn toekennen, ineenstorten? Zo’n plotseling verlies van samenhang zien we bij de golven die we wel kunnen waarnemen nooit tenzij we heel speciale maatregelen nemen waarbij we het medium waarin de golf zich voortplant plotseling wegnemen. In het luchtledig heb je geen geluid meer. Een meting zou dan, analoog, het medium waarin de toestandsgolf zich voortplant plotseling annihileren.

Decoherentie aanvoeren als een oorzaak van het verlies aan samenhang is een tautologische truc. De beschrijving van de gebeurtenis, de naam die we eraan geven, hanteren als een logische verklaring is een tautologie. Het regent omdat het regent. De golf verdwijnt omdat de golf verdwijnt. Decoherentie is slechts een label.

Een immateriële golf van potentie

Terug nu naar de, wat mij betreft meest waarschijnlijke, oorzaak van de overgang van de toestandsgolf, die golf van potentie, naar het waargenomene. Dat is onze waarneming, het overgaan van potentie in de realisatie, de bewustwording van het waargenomene. Dat is de invloed van de waarnemer. Wat niet wil zeggen dat de bewustwording van het waargenomene onverbiddelijk betekent dat het waargenomene concreet materieel bestaat. Denk maar eens aan dromen.

O ja, waarom we ervan overtuigd zijn dat de kwantumtoestandsgolf bestaat terwijl we die niet kunnen waarnemen, dat is vanwege al die dubbelspleet experimenten waarvan het resultaat alleen verklaard kan worden als het resultaat van een golfverschijnsel. Daarom.

Over de invloed van de waarnemer heb ik elders al het nodige gezegd. Dat is iets dat Einstein al vroeg inzag als consequentie van de kwantummechanica en het stond hem volstrekt niet aan. Hij gebruikte het voorspelde effect, dat simpelweg kijken de uitslag van het experiment beïnvloedt, daarom als argument voor zijn idee dat de kwantummechanica nog geen complete theorie kon zijn. Hij heeft in zekere zin gelijk gekregen door diverse experimenten die het door hem voorspelde waarnemer effect inderdaad aantoonden. De kwantummechanica klopte dus uitstekend. Jammer voor Einstein. Twijfelaars aan het waarnemereffect verwijs ik naar dit boeiende interview met professor Donald Hoffman die een overtuigend betoog voert voor het primaire bewustzijn dat in zijn ogen een netwerk is van bewuste agenten. Voor een artikel van hem hierover zoek op het internet naar ‘Objects of Consciousness’ of klik hier voor de pdf.

Open Dag – Academie voor Geesteswetenschappen

Op zaterdag 4 mei aanstaande is er een open dag op de Academie voor Geesteswetenschappen in Utrecht.

Geïnteresseerden kunnen dan ervaren hoe het is om een opleiding aan de Academie te volgen. Er kunnen die dag ook proeflessen naar keuze worden gevolgd. De Academie verzorgt post-hbo opleidingen voor:

  • Spiritualiteit & Zingeving
  • Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding
  • Energetische Begeleiding & Therapie
  • Geestelijk Begeleider

Aanmelding voor de open dag is gratis. Meer informatie kun je vinden op de website van de Academie. De opleiding Spiritualiteit & Zingeving bevat ook een module Kwantumfysica & de Geest – 5 lessen – die ik geef. Of ik daar een proefles verzorg is nog niet bekend.

Verstrengelde neuronen?

undefined
Microtubuli in een gefixeerde cel

Kwantumverstrengeling is, als je goed kijkt, overal te herkennen, mits je maar goed kijkt. Kwantumverstrengeling zegt dat objecten die ooit met elkaar in contact waren, een gemeenschappelijke toestandsgolf delen en dat de waarneming van een van die objecten een onmiddellijk effect heeft op de andere objecten. Kunnen we kwantumverstrengeling in het dagelijks leven tegenkomen? Goede vraag. Volgens mij wel.

Microchimerisme in moeders

In de Scientific American van 2013 ontdek ik een artikel dat zegt dat cellen van het kind ook in het lichaam van de moeder terecht kunnen komen via de placenta om zich in het lichaam van de moeder te nestelen en daar vervolgens vele jaren voort te leven. Geen afweerreactie daar. Het verschijnsel heeft de naam microchimerisme gekregen. In he SA-artikel wordt uitgebreid beschreven hoe neuronale hersencellen in de hersens van de moeder terecht kunnen komen en daar dan tientallen jaren kunnen voortleven. De onderzoekers tasten in echter het duister over de reden van dit verschijnsel.

‘In this new study, scientists observed that microchimeric cells are not only found circulating in the blood, they are also embedded in the brain. They examined the brains of deceased women for the presence of cells containing the male “Y” chromosome. They found such cells in more than 60 percent of the brains and in multiple brain regions. Since Alzheimer’s disease is more common in women who have had multiple pregnancies, they suspected that the number of fetal cells would be greater in women with AD compared to those who had no evidence for neurological disease. The results were precisely the opposite: there were fewer fetal-derived cells in women with Alzheimer’s. The reasons are unclear.’

Witte bloedcellen houden van Playboy meisjes

Dan maak ik een sprong naar het controversiële onderzoek van Cleve Backster, een topspecialist in de toepassing van de polygraaf, de leugendetector. In een speelse bui bevestigde Backster de polygraaf aan een plant om te zien of de polygraaf iets liet zien als hij de plant water gaf. Geen duidelijk resultaat. Maar toen hij overwoog om een blad van de plant met zijn aansteker te verhitten reageerde de polygraaf, en dus de plant, heftig. Zijn interesse was onmiddellijk gewekt en hij bleef verder zijn hele leven dit soort experimenten doen. Bij een van zijn latere experimenten verzamelde hij witte bloedcellen uit de mond van een proefpersoon en koppelde die aan de polygraaf. De proefpersoon bladert dan even – niet gepland – door de Playboy en slaat een pagina op met Bo Derek. De polygraaf sloeg maximaal uit. De witte bloedcellen zijn blijkbaar nog gekoppeld aan het lichaam van de proefpersoon! Verstrengeling in actie.

Polygraaf uitslag van de reactie van afgenomen witte bloedcellen op het bekijken door hun verstrekker van een Playboy met een foto van Bo Derek. Uit ‘The secret life of Plants’.

Uit ‘Een andere kijk op planten

Dat planten niet alleen mechanisch of chemisch reageren, maar ook fysiek energetisch, is al bekend sinds Cleve Backster in 1968 zijn beroemde proeven met een leugendetector bij planten deed. Planten reageerden op alles in hun omgeving. Een leugendetector reageert op de elektronische veranderingen in een object. Bijvoorbeeld in de huid van een mens, maar ook in het blad van een plant. Planten bleken zelfs te reageren op emotionele verschillen die in hun omgeving optraden. Dus los van direct lichamelijk contact. Dat is telepathie en dat is op zich een onderwerp waar de geleerden het nog lang niet over eens zijn als het om mensen en andere dieren gaat. Laat staan als er wordt beweerd dat planten ook telepathische vermogens vertonen. Toch is er geen andere verklaring voor wat werd vastgesteld.”

Verstrengelde levende cellen

Als ik die twee verschijnselen – neurale cellen van hun kinderen in moederhersenen en witte bloedcellen die reageren op een gebeurtenis die zich afspeelt in het organisme waar ze vandaan komen – bij elkaar neem, dan wordt de reden van het eerste verschijnsel wellicht een stuk begrijpelijker. Als er zich in de hersenen van het kind reactie op een alarmerende situatie afspeelt, zullen de ‘verstrengelde’ neuronen in de moederhersenen ook vuren. De moeder krijgt een signaal dat er iets ernstigs aan de hand is met haar kind en dat ze snel moet ingrijpen. De verhalen over zulke moederinstincten zijn legio. Wellicht herinnert u zich nog wel verhalen van uw eigen moeder.

Kwantumverstrengeling en informatieoverdracht

Nu heb ik hier gesproken over verstrengelde neuronen die daardoor blijkbaar synchroon kunnen vuren. Dat is eigenlijk informatieoverdracht middels kwantumverstrengeling. Dat is iets waar Einstein hevig tegen protesteerde aangezien het de relativiteitswetten zou schenden. ‘Spooky Action at a Distance’. Kwantumverstrengeling is echter aangetoond, en nu algemeen aanvaard, via de vele Bell-experimenten. Er is zelfs een Nobelprijs voor toegekend. Maar kwantumfysici stellen expliciet dat kwantumverstrengeling niet gebruikt kan worden voor gegevensoverdracht omdat het verval van een kwantumtoestand in een meting (de kwantumcollaps) fundamenteel onvoorspelbaar is. Dat is echter geen bewezen feit maar een van de vele wetenschappelijke dogma’s waar beter niet aan getornd kan worden. Het waarnemer effect op de kwantumcollaps is zo langzamerhand een geaccepteerd feit onder kwantumfysici, maar niet zo dat de waarnemer een invloed zou hebben op de uitkomst van de kwantumcollaps.

Descartes weer?

Tekening van Descartes hoe de immateriele geest aangrijpt op de pijnappelklier

Het waarnemer effect is in parapsychologische experimenten ook onderzocht. De vraag was of mensen de uitslag van een kwantumexperiment kunnen beïnvloeden. De uitkomst in vele experimenten is bevestigend, vaak met een significantie die zelfs hoger is dan bij de bevestiging van het bestaan van het Higgs-deeltje. Dat zou een antwoord kunnen zijn op de vraag die sinds Descartes gesteld wordt: hoe een immateriële geest de materie – het lichaam – zou kunnen beïnvloeden, en andersom. Ook dat gaat weer in tegen algemeen aanvaarde wetenschappelijke dogma’s. Reden dus voor velen om het Cartesiaanse dualisme af te wijzen.

Maar als we die mogelijkheid eens zouden toestaan, dan openen zich interessante nieuwe perspectieven bij de studie van het bewustzijn. Beweegt u eens uw wijsvinger en vraagt u zich dan eens af hoe het mogelijk is dat die beweging tot stand komt door een gedachte. Het klassieke antwoord op die vraag is de computermetafoor die de neurowetenschappers hanteren. Uw brein is volgens hun een uiterst complexe geavanceerde parallelle computer die uw bewustzijn en daarmee dus ook uw gedachten genereert. Dus ook het zenuwsignaal naar uw wijsvinger. Probleem opgelost. O ja?

Het waarnemer effect is aangetoond

Die visie van de neurowetenschap wordt echter stevig tegengesproken door het waarnemer effect in de kwantumfysica. Voorafgaande aan de waarneming bestaat de materie nog niet. Dat is bevestigd door vele Bell-type en uitgestelde keus experimenten. Voor de verschijning van materie in een meting is een waarneming nodig. Aangezien de waarnemer nodig is voor de manifestatie van materie is het onwaarschijnlijk dat diezelfde materie waarnemers voortbrengt om dan zichzelf te manifesteren.

Als we de mogelijkheid kunnen erkennen dat de waarnemende geest ook invloed kan uitoefenen op de reductie van de toestandsgolf – de kwantumcollaps – dan kunnen we de Orchestrated Objective Reduction hypothese van Penrose en Hameroff dat het bewustzijn een product is van de kwantumcollaps in microtubuli – dat zijn microscopisch kleine structuren in levende cellen – in onze neuronen, wellicht beter maar eens op zijn kop zetten. Het bewustzijn is dan in staat, via de beïnvloeding van de kwantumcollaps in deze microtubuli, het wel of niet vuren van het neuron aan te sturen.

En zo beweegt mijn gedachte mijn wijsvinger. En worden moeders gewaarschuwd dat hun kind in gevaar verkeert. Magnifiek.

Het bewustzijn en de 4e dimensie

De discussie over bewustzijn is in

In de cursussen kwantumfysica en bewustzijn die ik regelmatig geef, laat ik zien dat het primaire bewustzijn de beste papieren heeft om de ‘vreemde’ effecten in de kwantumfysica, zoals het waarnemer effect en verstrengeling, te verklaren. Geen keihard bewijs natuurlijk, maar dat zullen we ook nooit krijgen. Keiharde bewijzen zijn er alleen voor mathematische stellingen. Voor de Big Bang hebben we ook geen hard bewijs en toch lijkt die algemeen aanvaard als verklaring voor het heelal dat we op dit moment waarnemen.

De weigering van veel mensen om het primaire bewustzijn zelfs maar te overwegen toonde zich voortreffelijk in een cursist die op de laatste cursusdag met mij in discussie ging over de nabij-de-dood-ervaring (NDE).  De NDE is namelijk juist met de aanname van het primair bewustzijn uitstekend te verklaren. Primair betekent namelijk dat het bewustzijn geen product van die bundel neuronen in uw hoofd kan zijn. Volgens hem was het bewezen dat de NDE een neurologisch verschijnsel zou zijn. Dat bewijs kon hij zo gauw niet leveren maar desondanks bleef hij 100% bij zijn overtuiging. We waren het eens dat we het niet eens waren. In elk geval levert het fenomeen bewustzijn veel discussie op, ook in de reguliere media zoals het NRC.

Ook in de NRC

Bewustzijn is dus behoorlijk in de belangstelling. Zeker in combinatie met AI. Als fysieke neuronen bewust kunnen worden dan kunnen transistors dat waarschijnlijk ook wel. Stel dat die verzameling transistors bewust kan worden, hebben we er dan een slaaf bij? Een bewuste slaaf die uiteindelijk tegen zijn meesters in opstand zal komen? Niet mijn idee en ook niet mijn angst.

Ook de NRC doet aan die bewustzijnsbelangstelling mee in NRC Future Affairs met Wouter van Noort en Jessica van der Schalk. De serie startte op 5 mei 2022, en telde 5 podcasts. De laatste op 22 juni 2022. Zelfs de kwantumfysica komt langs. De moeite waard van het beluisteren voor iedereen die op de hoogte wil blijven van de stand van zaken in het bewustzijnsonderzoek. De podcast kan nog steeds beluisterd – voor abonnees.

Bewustzijn een extra dimensie? Of panpsychisme?

De laatste aflevering van deze boeiende serie gaat over de vraag of bewustzijn niet een extra dimensie kan zijn, zoals ruimte en tijd dat al voor ons zijn. Als gast in die aflevering de hersenonderzoeker Jacob Jolij die het resultaat van zijn zoektocht naar de verklaring van het bewustzijn in 2020 vastlegde in een aardig boek ‘Wat is bewustzijn nou eigenlijk?’. De titel lijkt een antwoord te beloven maar levert dat helaas niet. In zijn boek over bewustzijn komt ook de kwantumfysica ter sprake.

Veel uitstekende wetenschappers, zoals Penrose en Hameroff, zoeken de verklaring van het bewustzijn namelijk in de kwantumfysica. En dan wel liefst daarbij gebruikmakend van een nogal materiële verklaring van de kwantumfysica. Helaas voor deze wetenschappers is het waarnemer effect dan onbegrijpelijk geworden. Ik kom verderop nog terug op het waarnemer effect.

Afbeelding met tekst, illustratie

Automatisch gegenereerde beschrijving

Jacob Jolij is na zijn zoektocht tot de conclusie gekomen dat bewustzijn geen product is van je neuronen is, maar een dimensie zoals tijd en ruimte. Goed beschouwd is dat natuurlijk geen verklaring. Je gaat door een nieuw label niet meer van bewustzijn begrijpen. Het is eigenlijk een stap terug naar de ‘Res Cogitans’ van Descartes. Er is materie in de vertrouwde drie dimensies en er is bewustzijn, een extra dimensie, twee zaken die niet tot elkaar te herleiden zijn. De een is fysiek, de ander wellicht niet. Dualisme dus. Het bezwaar tegen het idee van Descartes is dat de wisselwerking tussen die twee domeinen (dimensies?) fysisch niet te verklaren valt. Dat bezwaar is dan wel gestoeld op de – onbewezen, nogal dogmatische – aanname dat elke fysische actie altijd en alleen een fysische oorzaak heeft. Vergeet even de Big Bang hier. De vraag wat bewustzijn is, is wat Jacob betreft dan opgelost met het woord dimensie, want dat lijkt daardoor een fysisch element, zoals tijd en ruimte ook tot het fysische behoren. En dan kan de interactie misschien begrepen worden.

Het is dus eigenlijk een woordenspel wat hier gepresenteerd wordt. Vervang de ’Res Cogitans’ van Descartes door een woord uit het begrippenkader van de natuurkunde en je lijkt een verklaring gevonden te hebben.

Zijn dimensies fundamenteel?

Verder wil ik erop wijzen dat tijd geen fundamentele dimensie van de natuur is. Einstein toonde al aan dat ook tijd afhangt van de situatie van de waarnemer.  Ruimte daarmee overigens ook. In de kwantumfysica verschijnen tijd en ruimte in de bewustwording van een observatie van het verschijnen van het materiële object in de zogenaamde kwantumcollaps, de reductie van de kwantumgolf, het verdwijnen van de niet-materiële kwantumgolf en het gelijktijdige verschijnen van het object bij waarneming. Het object verschijnt namelijk inclusief zijn geschiedenis die dus ook op het moment van waarneming met terugwerkende kracht vastgelegd, en daarmee ‘waar’, wordt. Daarvoor bestond het object materieel niet, er was alleen een immateriële golf van potentie. Dat is het zogenaamde waarnemer effect. Een effect dat veel materialistisch denkende fysici hoofdbrekens bezorgde en nog steeds bezorgt, wat zich uit in tamelijk onbevredigende en vage verklaringen van de kwantumcollaps in overigens vaak verder uitstekende boeken.

Een dimensie is geen fysiek iets, het is een begrip, iets dat dus thuishoort in dezelfde categorie als gedachten. Daardoor is een dimensie dus niet iets wat de geest bevat maar is het juist andersom. Het fysieke en elke dimensie daarin is een product van de geest. Laten we het niet moeilijker maken dan het is.

Kwantumcollaps en het kosmisch bewustzijn.

Subject, object en synchroniciteit

Binnen- en buitenwereld

Bij de kwantumfysicacursus die ik geef op de Academie voor Geestewetenschappen is het de bedoeling dat de cursist een essay schrijft over wat de kwantumfysica haar voor inzichten heeft opgeleverd. In een zo’n essay vermeldde een cursiste dat ze het interferentiepatroon dat ontstaat bij dubbelspleetexperiment goed kon begrijpen maar dat ze niet helder kreeg dat, zodra er bij één van de spleten waargenomen wordt, het interferentiepatroon verdwijnt. Nadenkend over het verschil tussen die twee experimenten realiseerde ik me dat het probleem wellicht zit in de subject-object positie die we doorgaans hanteren.

Het gewone tweespleten experiment – waar dus niet gekeken wordt door welke spleet het object of de kwantumgolf gaat – is een voorbeeld van het beleven van een experiment zoals we dat doorgaans doen. We kijken naar de wereld zoals we gewend zijn van kleins af aan, namelijk alsof de waargenomen wereld geen deel uitmaakt van onze binnenwereld.

Zodra er bij de spleten ‘gekeken’ wordt verdwijnt het interferentiepatroon. Er is nog maar één golf per foton. Met veel fotonen ontstaat dan een enkele lichtvlek midden achter de spleten.
Even terzijde, ik ga er van uit dat het de kwantumgolf is en niet het gematerialiseerde object dat door een dan wel door beide spleten gaat. Dat verklaart de waargenomen interferentie net zo goed en bevat dus niet de bijkomende en dus onnodige veronderstelling dat het object even in de spleet materialiseerde ondanks dat het daar niet rechtstreeks waargenomen is. De veronderstelling dat het object in de spleet materialiseerde heeft als oorsprong het foute idee van permanente materie die als we even niet kijken weer in een kwantumtoestand vervalt. De interpretatie dat de toestandsgolf een waarschijnlijkheidsgolf is zolang er niet gemeten wordt, is voldoende om de verschijnselen te verklaren zonder dat er tussentijds nog iets materialiseert. Als de toestandsgolf door één spleet gaat dan is de waarschijnlijkheid dat we het deeltje daar zouden hebben aangetroffen wanneer we daar echt hadden gekeken 100%. Een waarschijnlijkheid van 100% is echter een getal in onze geest en dus niet hetzelfde als een materiële aanwezigheid. Zekerheid is nog steeds geen materie.

Maar zodra we merken dat ons kijken iets doet in het experiment – de toestandsgolf verandert van gedrag, zelfs met terugwerkende kracht, en gaat nu slechts door één van de twee spleten – worden we zelf een onderdeel van het experiment. Onze geestelijke binnenwereld raakt verstrengeld, letterlijk, met de waargenomen materiële buitenwereld. Dat zijn we absoluut niet gewend. Het intellect – dat is de manier waarop wij de wereld interpreteren – begrijpt het niet meer en deinst terug. Verwarring ontstaat.

De illusie van een gescheiden binnen- en buitenwereld

Hoe is dat op te lossen? De redenering is op zich logisch. Einstein zag het al in 1920 (en het stond hem zeer tegen). Als je kunt constateren door welke spleet het deeltje is gegaan dan is het dus niet meer mogelijk dat het door beide spleten is gegaan, al is dat in de vorm van een waarschijnlijkheidsgolf. Die zaken sluiten elkaar uit. Volstrekt logisch. De golf conformeert zijn gedrag dus aan onze kennis van de wereld. En op dat cruciale moment beseft het intellect een schending van zijn Ik ben hierbinnen en de wereld is daarbuiten en beiden zijn van elkaar onafhankelijk’ zekerheid hetgeen resulteert in verwarring en niet begrijpen. Volgens mij is de enige oplossing hier om via rustige introspectie de logica van deze constatering binnen te laten komen. De aanvaarding van het idee dat binnenwereld en de buitenwereld verbonden zijn en elkaar beïnvloeden heeft tijd nodig.

De gebruikelijke interpretatie is dat het object materialiseert in de spleet wanneer de spleet wordt geobserveerd en daarna weer als kwantumgolf doorgaat op weg naar het scherm. Het resultaat – het verdwijnen van het interferentiepatroon – is niet te onderscheiden van het verwachte effect van de reductie van de golf tot één spleet. De binnenwereld van de waarnemer heeft in het eerste geval een iets ander effect op de buitenwereld, materialisatie van het object in de spleet in plaats van de reductie van de golf. Maakt dat uit? Niks.

Wie manifesteert nu het object als onze binnenwerelden gescheiden zijn?

Synchroniciteit begrepen

Met andere woorden, de buitenwereld is net zo goed een wereld van de geest. Hetgeen het verschijnsel synchroniciteit uitstekend zou kunnen verklaren. Hoe het mogelijk is dat wij – elk individu – een binnenwereld hebben die niet gescheiden is van de buitenwereld wordt dan verklaard door aan te nemen dat die individualiteit uiteindelijk ook een illusie is, een vorm van vernauwd perspectief. Daarmee is de consensus die voor Eugene Wigner een onoverkomelijk probleem vormde overigens ook verklaard.

Binnen- en buitenwereld niet gescheiden

Kijken bij de spleet in de praktijk

‘Kijken bij’ de spleten is overdrachtelijk bedoeld bij deze experimenten. We hoeven alleen maar vast te kunnen stellen door welke spleet het object ging. Dat wordt doorgaans gedaan door twee verstrengelde fotonen te gebruiken waarvan er één door de spleten wordt gestuurd.

Het principe van ‘kijken’ bij de spleet. Een – hoogenergetisch -foton wordt gesplitst in twee fotonen die in twee richtingen vliegen, de signal en de idler. De signal fotonen gaan door een dubbelspleet en zullen normaal een interferentiepatroon laten zien bij X1. Het idler foton draagt ook de pad-informatie van het signal foton. Als die informatie wordt vastgelegd verdwijnt de interferentie bij X1. Voor meer uitleg verwijs ik naar een andere pagina op deze website.

Drie spleten

Golfgedrag van de toestandsgolf vermindert met de toename van onze informatie.

De vraag van wat er gebeurt bij het ‘kijken’ bij één van de spleten bij een drie-spleten experiment is natuurlijk ook interessant. Die vraag wordt nogal eens gesteld op mijn cursus. We weten dan wel iets maar niet voldoende om te weten door welke spleet het object elke keer ging. Als we het object niet zien – kans van 2:3 – dan gaat de toestandsgolf door de andere twee spleten en zal er interferentie optreden. Als we object wel ‘zien passeren’ – kans 1:3 – dan reduceert de golf tot de geobserveerde spleet en is er geen interferentie. Het patroon van lichte en donkere banden, dat ontstaat wanneer we grote aantallen fotonen afvuren, wordt minder scherp. Hoe minder informatie we kunnen hebben over het gevolgde pad, hoe sterker het golfkarakter wordt. Hoe meer informatie we kunnen hebben, hoe sterker het deeltjeskarakter getoond zal worden. Dat is bevestigd in een Koreaans experiment dat ik elders bespreek.

Conclusie

De illusie is dus niet die van de ervaring van een illusionaire materiële wereld, de illusie is die van de gescheidenheid tussen het mentale en het materiële. Er is geen harde scheiding tussen binnen- en buitenwereld. Observatie: de binnenwereld is onmiskenbaar ‘echt’. De buitenwereld daarom ook.

De betekenis van wat moet worden opgevat als echt verandert dienovereenkomstig.

De wetten van de natuur

Waarom gehoorzaamt de natuur toch aan wiskundige formules?

PPT - Die Zeit t --- physikalisch PowerPoint Presentation, free ...
Galilei onderzoekt de valbeweging. Zijn assistent telt zijn hartslagen voor de tijd die de rollende bal nodig heeft.

Sinds Galileo Galilei kennen we het idee van de mathematische wetten van de natuur. Een natuur die zich aan de exacte mathematische formuleringen ervan houdt. Onveranderlijke dwingende voorschriften waar de natuur zich aan te houden heeft. Het is sinds Galilei mogelijk gebleken om mathematische beschrijvingen van die wetten op te stellen. Het is de taak geworden van de fysicus om die te vinden zodat we het gedrag van het universum met steeds grotere precisie kunnen voorspellen. En ja, de toekomst kunnen voorspellen, dat willen we maar al te graag. Daar heeft de kwantumfysica trouwens wel een spaak in het wiel gestoken maar de troost daar is dat de toekomst van grote voorwerpen nog wel goed te voorspellen valt, hoe groter hoe preciezer, maar in het kleine verliezen wij die mogelijkheid.

Een kleine greep uit die ‘wetten’ die wij sinds Galilei ‘ontdekt’ hebben:

  • Actie en reactie zijn even groot en tegengesteld.
  • De eerste wet van Newton – de traagheidswet: Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig, met een constante snelheid voort.
  • Behoudswet van energie en massa. De hoeveelheid massa (plus energie) in het universum is constant. Er komt niets bij er gaat niets af. Massa is gestolde energie.
  • Relativiteitswetten: De tijd gaat langzamer in een zwaartekrachtveld. Hoe groter de zwaartekracht hoe langzamer de klok tikt.
  • De tweede wet van de thermodynamica: De entropie van een gesloten systeem kan alleen maar afnemen. Dat betekent in eenvoudige woorden dat de samenhang van de onderdelen van dat systeem, omdat het gesloten is, noodzakelijk uiteindelijk in chaos vervalt.
  • Onzekerheidswet van Heisenberg: Hoe groter de precisie waarmee de plaats van een object vastgesteld kan worden, hoe kleiner de precisie wordt waarmee we de snelheid kunnen vaststellen. En andersom.
  • Kwantumwet: De plaats en de snelheid van een object in tijd kunnen worden beschreven als een golf van mogelijkheden. De toestandsgolf. Die golf is – zonder grenzen – uitgebreid in tijd en plaats. Het is een golf van potentie. De intensiteit van die golf op een bepaalde plaats en tijd geeft de grootte van de kans aan dat we het object op die plaats en tijd bij een waarneming met een (on)zekere snelheid zullen aantreffen. Dit is eigenlijk geen wet maar een uiterst succesvolle interpretatie van de betekenis van de oplossing van de Schrödinger toestandsvergelijking. Experimenten hebben bevestigd dat het object vóór die waarneming nog geen snelheid en plaats heeft. Het bestaat dus vóór die waarneming nog niet.

Al deze wetten – en meer – die de mensheid in de laatste eeuwen ontdekt heeft zijn in mathematische formuleringen vastgelegd. Het gedrag van de natuur kan blijkbaar beschreven met wiskundige formules. Eigenlijk is dit een volslagen passief beeld van het universum. Het kan alleen maar re-ageren. Het heeft geen keuze in zijn reacties. Deze reacties volgen dan ook langs onwrikbare vaste wetten die zich laten beschrijven met de wiskunde. Veel prominente fysici hebben daar al hun verbazing over uitgesproken. De algemene opinie is dat de natuur zich altijd en overal maar aan deze wetten heeft te houden. Basta. Dat is de bron van de volgende uitspraak van Pierre-Simon Laplace (1814).

We kunnen de huidige staat van het universum beschouwen als het effect van zijn verleden en de oorzaak van zijn toekomst. 

Een intellect dat op een bepaald moment alle krachten zou kennen die de natuur in beweging zetten, en alle posities van alle objecten waaruit de natuur is samengesteld, zou, als dit intellect ook groot genoeg was om deze gegevens aan analyse te onderwerpen,  in één enkele formule de bewegingen van de grootste lichamen van het universum en die van het kleinste atoom kennen.
Voor een dergelijk intellect zou niets onzeker zijn en de toekomst zou net als het verleden onmiddellijk bekend zijn.

Dat alles in principe voorspelbaar zou zijn betekende niet alleen het einde van het toeval en van de vrije wil, maar ook dat die demon van Laplace in feite machteloos is. Hij weet alles maar moet werkeloos toezien op het verloop van de gebeurtenissen. Je zou bijna medelijden met hem krijgen. De uitspraak van Laplace is van vóór de ontdekking van de kwantumfysica, die de onvoorspelbaarheid van de natuur op atomaire schaal tot fundamenteel verklaart, maar heeft nog steeds een grote invloed op het denken.

Dat de mathematische formuleringen die we gevonden hebben tot wetten gepromoveerd zijn illustreert de behoefte van de mens aan zekerheden. Als iets maar vaak genoeg gebeurt dan maken we daar een zekerheid van. Net als die kalkoen die iedere dag vers voer krijgt van de boerin, dat tot een wetmatigheid zou kunnen verklaren – tot zijn verrassing met Kerstmis. Rupert Sheldrake werpt ook in onderstaande presentatie de knuppel in het kalkoenhok door te verklaren dat de zogenaamde natuurwetten ook maar gewoontes zijn van de natuur.

Zelfs God doet er beter aan zich aan de natuurwetten te houden

Wat is de plaats van God in dit alles? Voor de God die ons door de meeste religies is voorgeschoteld lijkt dat niet heel veel anders dan die van die arme demon. Alleen kan die God dan wel ingrijpen. Wat betekent dat hij de wetten van het universum op dat moment terzijde schuift. Iets wat we liever niet hebben, aangezien dat ons machteloos maakt. Wij hebben liever dat God zich aan de wetten houdt, dan hebben wij tenminste nog de (schijn)zekerheid van de uitkomsten van ons handelen, al staan we dan tegenover een almachtige entiteit, nietwaar?

Het verleden wordt vastgelegd door de waarneming in het NU

In de uitgestelde keus experimenten, die ik ook op deze website elders uitvoerig bespreek, is vastgesteld dat pas op het moment van waarneming wat in het verleden is gebeurd NU wordt vastgelegd. Kijk ook naar mijn Schrödinger stopwatch in gesloten doos gedachte experiment. Dat is makkelijker te begrijpen en zegt hetzelfde. Het verleden wordt bij waarneming vastgelegd in overeenstemming met de kennis die op dat moment tot onze beschikking staat. Daarvóór bestond dat verleden nog niet,

Dat is de onontkoombare conclusie van de uitgestelde keus experimenten. Als wij bij het dubbele spleet experiment kennis kunnen hebben van de spleet waar het foton doorheen gaat dan zal de toestandsgolf die dat foton beschrijft ook alleen maar door één spleet gaan. Ook als die kennis pas later tot ons komt. Dat volgt uit de uitkomsten van de uitgestelde keus experimenten. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat die uitkomst in strijd kan zijn met op later tijdstip opgedoken informatie. Dat zou een noodzakelijke aanpassing van het verleden en dus echte retro-causaliteit inhouden. Dat nog ongeziene informatie van invloed op de uitkomst van een experiment is, is een verbluffende maar onontkoombare conclusie. Het universum moet dus op de hoogte zijn van onze mogelijke kennis! Dit is inderdaad congruent met de wet van behoud van informatie die de kwantumfysici ontdekt hebben.

Kijken bij de spleet. Het object of zijn toestandsgolf manifesteert zich nu telkens in maar één van de spleten. Geen interferentie dus van elkaar ontmoetende golven. Wat de lichtvlek verklaart.

Overigens vormt dat creëren van het verleden bij waarneming ook een verklaring voor de schijnbare retrocausaliteit die optrad in de parapsychologische experimenten van Helmut Schmidt en Marilyn Schlitz waarvan ik er twee ( 1 en 2 ) uitgebreid beschrijf in mijn berichten.

Een intelligent en intentioneel opererend universum

Het universum zorgt er met andere woorden voor dat het allemaal achteraf klopt met de verwachtingen die wij ervan hebben op grond van beschikbare kennis, al is die op dat moment nog niet door ons gekend. Dat is wat mij betreft indrukwekkend intelligent gedrag van het universum. Het is dus op de hoogte van de kennis die tot onze beschikking staat en van onze verwachtingen op grond daarvan en zorgt er dan voor dat de gebeurtenissen met die kennis overeenkomen. Ook al ligt die kennis bij wijze van spreken nog ongezien maar wel beschikbaar in een la.

Dus die la is dan niet ongezien door het universum. En dat betekent dan uiteindelijk dan het Universum/God/de Bron/de Ene, wél een keus had en dus ingreep. Of dacht u soms dat die bron waar dit alles uit voorkomt geen keus had, dat die in hetzelfde parket zit als die betreurenswaardige machteloze demon van Laplace? Het universum grijpt dus voortdurend in op grond van mogelijke kennis – informatie dus – en onze verwachtingen.

De wet van behoud van informatie

En zo zijn we aangeland bij een wet die we niet genoemd hebben in het rijtje waar mee we begonnen. Een wet die de kwantumfysici in de loop van de vorige eeuw ontdekt hebben en net zo serieus nemen als de andere behoudswetten: Van een gesloten systeem is de totale hoeveelheid informatie constant. Fysici hebben ontdekt dat informatie een fysieke realiteit is en dus aan de behoudswetten moet voldoen. Ze drukken daarbij de informatie van een systeem uit in groepen van nullen en enen, bits dus.

Vertaal dat wat deze fysici onder informatie verstaan rustig in beschikbare kennis, de kennis die we kunnen verkrijgen over het systeem als we dat gaan onderzoeken. Maar ook die wet is dus niet een wet waar het universum maar blind aan heeft te gehoorzamen. Het is juist bijzonder actief bezig om ervoor te zorgen dat de beschikbare kennis klopt met wat er gebeurt.

De natuurwetten die wij ervaren zijn dus het gevolg van intelligent en intentioneel gedrag van Het Universum/God/de Bron/De Ene. Dat betekent dat die Bron alles wat er in het zichtbare en onzichtbare universum plaatsvindt tot in het allerkleinste detail in de gaten houdt en bestuurt, zodat wat wordt ervaren overeenkomt met de verwachtingen en kennis van elk waarnemend wezen in dat universum. En dat betekent mijns inziens dat als wij onze verwachtingen bijstellen, dat er geluisterd wordt.

Het wordt tijd om iets aan onze verwachtingen te doen

Onze verwachtingen zijn voor velen, op dit moment in de geschiedenis, die welke voortkomen uit het beeld van een verbijsterend groot maar volledig onverschillig universum, waar wij volslagen toevallig in verzeild zijn geraakt. Daarvan uitgaande zullen we er dan maar, in dat ene leven dat we hebben, het beste van moeten maken waarbij dat ‘beste’ sterk wordt beperkt door die oppermachtige onbuigzame natuurwetten. Het wordt daarom hoog tijd dat wij die verwachtingen bijstellen. Ik vermoed sterk op grond van het intentionele enoplettende karakter van het universum dat daarnaar geluisterd zal worden.

Elke waarnemer is een ander perspectief van én op het universum

En wat zijn wij, die waarnemers van het universum dan? Dat zou best eens het universum zelf kunnen zijn. Ik denk dat de gelijktijdigheid van al die waarnemingen daarbij voor het universum geen enkel probleem is. Het creëert de tijd immers zelf. Zie Schrödinger’s stopwatch. Het Unix operating systeem voor computers heeft daar overigens ook geen problemen mee vanwege de enorme snelheid van de processor, als ik daar een oneerbiedige vergelijking mee mag maken. Elke waarnemer is dan een eigen uniek perspectief van het universum op zichzelf, een bewust individueel kijkgaatje naar zichzelf.

Dat is meteen ook de oplossing van het consensus-probleem in de kwantumfysica dat Eugene Wigner – Nobelprijs winnaar natuurkunde – ertoe bracht om zijn overtuiging dat het bewustzijn een rol speelt in de reductie van de toestandsgolf – de kwantumcollaps – te laten varen. Hij verwarde zijn bewustzijn met dat van het universum.

The Healing Miracles of Jesus: A Study | Kenneth Copeland Ministries
Wonderen gebeuren echt. Elke dag. Overal.

Dat de natuurwetten regelmatig geschonden worden is eigenlijk overduidelijk. Dat is wat wij, die kijkgaatjes, wonderen noemen. Die zijn zo vaak en door meerdere getuigen beschreven en vastgelegd dat het tijd wordt dat wij meer gaan ‘geloven’ in Het Universum/God/de Bron/De Ene dan in die onveranderlijke onverschillige natuurwetten.

Met geloven bedoel ik echter niet dat het kritisch denken wordt opgeschort, integendeel.