Gezien de tegenwoordig ruime mogelijkheid om via het internet psychokinese-experimenten te doen wordt het tijd om de experimenten van professor Helmut Schmidt (Lees: Kwantumfysica, informatie en bewustzijn: Hoofdstuk 6 / 7 kritische experimenten / 2. Pk experimenten) weer eens op te poetsen, aangezien daar niet alleen psychokinese wordt aangetoond maar ook kwantumverstrengeling van macro-objecten – ik bedoel daarmee objecten die we gewoon zonder speciale instrumenten kunnen waarnemen en hanteren.
Helmut Schmidt (1928-2011) en zijn QRNG’s
Schmidts onderzoek vond plaats in de jaren 1970-1980 op het Rhine Research Center Institute for Parapsychology. Er is zware kritiek op zijn onderzoek geuit, (C. E. M. Hansel. (1980). ESP and Parapsychology: A Critical Re-Evaluation. Prometheus Books. pp. 222-232) waarin onzorgvuldigheid en/of fraude worden gesuggerereerd:
' ... de nodige voorzorgsmaatregelen werden niet genomen, er was geen waarnemer of tweede experimentator bij een van de experimenten, geen dubbelcheck van de opnamen en er werden geen aparte machines gebruikt voor hoge en lage score pogingen. Er waren zwakke punten in het ontwerp van de experimenten die bedrog niet uitsloten. Er was weinig controle over de onderzoeker en onbevredigende kenmerken van de gebruikte machine.'
Dat kunnen redenen zijn om het onderzoek nog eens beter over te doen, maar niet om uit te gaan van mogelijk bedrog. Bedrog komt natuurlijk ook voor bij wetenschappers, zeker als ze sterk publicatiegericht zijn, maar dan dient er wel een duidelijke aanleiding voor zo’n verdenking te zijn. Zeker is wel dat Schmidt door zijn publicatie niet in zijn carrière vooruit werd geholpen, integendeel. Voorts is de acceptatie van het verschijnsel van beïnvloeding van kwantumgeneratoren – QRNG’s – aanmerkelijk gegroeid vanwege het Global Consciousness Project.
Wat mij betreft zijn Schmidts resultaten alleszins de moeite waard om op een moment dat zijn onderzoek grootschaliger, met meer geavanceerde middelen en wellicht tegen lagere kosten via het internet herhaald en geverifieerd zou kunnen worden. Daarom hier een korte beschrijving van Schmidts onderzoek. Daarna zal ik duidelijk maken waarom er volgens mij hier sprake is van kwantumverstrengeling tussen macro-objecten en dat het belangrijk is dat zoiets goed onderzocht wordt.
Floppy’s als opslag voor de QRNG
Schmidt maakte in 1970 al gebruik van kwantumgeneratoren – QRNG’s – voor zijn experimenten. De uitvoer van zo’n QRNG – de electronische versies van nullen en enen – werd gebruikt om rode en groene lampjes aan te sturen, één voor rood, nul voor groen. Die nullen en enen werden – initieel – slechts ter controle opgeslagen op floppy disks. Dan konden resultaten en eventuele afwijkingen snel via de computer geanalyseerd worden. In die jaren was de floppy het draagbare opslagmedium voor computers. Een dun flexibel plastic schijfje voorzien van een magnetiseerbare laag en opgeborgen in een vierkant soort envelop. Met de magnetische lees- en schrijfkop van een floppy disk drive kon je er data op opslaan en ook weer van aflezen. Het zal blijken dat het belangrijk is dat een floppy disk iets is dat je kunt beetpakken en dat een deel van de magnetische laag door de afgeronde opening in de ‘envelop’ gewoon zichtbaar is.
De uitvoer van een goede QRNG is – volgens de zo succesvolle kwantumfysica – volledig willekeurig. Het is totaal onvoorspelbaar of er een 0 of een 1 geproduceerd gaat worden maar bij een goed afgestelde QRNG zullen er gemiddeld precies evenveel nullen als enen geproduceerd worden. Er zullen dus, bij grotere aantallen, evenveel groene als rode flitsjes geproduceerd worden.
Psychokinese op QRNG’s
Een proefpersoon werd gevraagd om de rode en groene flitsjes te proberen te beïnvloeden. Meer rode dan groene, of andersom. Na een sessie werd de op floppy vastgelegde uitvoer geanalyseerd op afwijkingen van het normale gedrag. Proefpersonen bleken in staat om afwijkingen van 2% teweeg te brengen. Dat lijkt niet indrukwekkend maar als dit soort proeven zo’n afwijking consequent herhaald vertonen dan kan met een statistische analyse uitgerekend worden hoe groot de kans is dat dit toeval is. Bij de analyse van het totaal van Schmidts experimenten blijkt de kans op toeval 1 op 8000.
Uitgestelde beïnvloeding van een QRNG
Het wordt nog aanmerkelijk interessanter met de constatering dat Schmidt ook uitgestelde beïnvloedingsexperimenten deed. In dat geval werden de rode en groene flitsjes niet rechtstreeks van de QRNG ontvangen, maar via een tussenweg en met een zeker uitstel. De op floppy geregistreerde nullen en enen werden dan pas op een later tijdstip gebruikt om de rode en groene flitsjes te schakelen. In dat geval werden de signalen voor de rode en groene flitsjes niet rechtstreeks ontvangen van de QRNG én was het vóór het moment van bekijken door een proefpersoon nog onbekend voor iedereen wat er van de QRNG op de floppy was geregistreerd.
Dus nu waren de resultaten van de QRNG eerst magnetisch vastgelegd, iets waarbij we in het algemeen aannemen dat zoiets een definitieve zaak is. Als ik een bestand op de harde schijf van mijn pc opsla neem ik aan dat het daar ook, zij het in gemagnetiseerde digitale vorm, correct staat en in het algemeen kan ik daar goed op vertrouwen, hoewel een back-up natuurlijk altijd een goed idee is. Hoewel floppy’s tegenwoordig niet meer in gebruik als opslagmedium zijn, waren ze niet minder betrouwbaar als een moderne harde schijf of SSD. Ik heb nog floppy’s liggen van jaren geleden en alles stond er onlangs nog gewoon op.
De floppy verstrengeld met de QRNG ..
Voor alle zekerheid werd er door Schmidt ook meteen een kopie gemaakt van zo’n floppy. Daarna werden ze, zonder dat de digitale inhoud bekeken was, in een brandkast opgeslagen. Na enige tijd, dagen maar ook wel maanden, werd dan zo’n beschreven en gemarkeerde floppy uit de brandkast gehaald, in de floppy diskdrive gestopt en werd de uitvoer, de nullen en enen die dus al die tijd op de floppy stonden te wachten, gebruikt om weer rode en groene lampjes op te laten lichten. Ook nu werd een proefpersoon gevraagd om te proberen de verhouding rood-groen te beïnvloeden. En dat lukte, met zelfs hetzelfde succespercentage van het directe QRNG-afspeel experiment. De magnetisatie op de floppy was dus verstrengeld geraakt met de QRNG en de proefpersoon veroorzaakte de materiële manifestatie van de uitvoer van de QRNG met terugwerkende kracht in de tijd. Zo zie ik dat – kwantumfysisch bekeken.
.. én met de kopie
Werd nu de niet gebruikte kopie-floppy daarna ook nog eens een keer ingezet in een beïnvloedingsexperiment dan bleek dat niet meer te werken. Een proefpersoon boekte geen resultaat meer met zijn mentale inspanningen. Op zich logisch. Op de kopie stonden bij controle natuurlijk dezelfde reeks nullen en enen als op de – reeds geobserveerde – originele. Dat verwacht je ook van een kopie. Dat verwacht ik ook van een back-up van de bestanden op mijn pc.
Hier openbaart zich – in mijn opinie – uiterst duidelijk de verstrengeling van macro-objecten. De magnetische registratie op de originele floppy werd dus verstrengeld met de QRNG. Pas bij het ‘observeren’ van de inhoud van de floppy, via de oplichtende lampjes, vond – terug in de tijd – de zogenaamde kwantumcollaps of toestandsgolfreductie plaats. Dus al kon je de floppy en zelfs het gemagnetiseerde oppervlak gewoon bekijken, de magnetisering bevond zich nog in de kwantumgolftoestand totdat de opgeslagen bitjes ‘bekeken’ waren via die rode en groene lampjes.
Verstrengelde kopieeën
De kopie-floppy was dus ook verstrengeld met de originele floppy en de QRNG. Beide bevonden zich in de nog niet gemanifesteerde kwantumgolftoestand totdat de magnetische inhoud van een van de floppy’s geobserveerd was. Op dat moment vond dus niet alleen de kwantumcollaps van de kwantumtoestand van de QRNG en de originele floppy maar ook die van de kopie plaats. Mijns inziens een prachtig voorbeeld – vastgelegd in een experiment – van verstrengeling van meerdere macro-objecten.
Schijnbare retrocausaliteit?
Ik zeg hier schijnbaar omdat we er automatisch vanuit gaan dat het verleden iets is dat zich werkelijk uitstrekt in de dimensie tijd en dat de nullen en enen die de QRNG van Schmidt produceerde – na hun historische aanpassing door de waarneming van de proefpersoon – nu wel opeens in dat landschap, dat de verleden tijd is, bestaan. Het statische blokuniversum van Einstein dus, waar wij doorheen reizen langs onze individuele wereldlijnen. Einstein geloofde daar heilig in. Retrocausaliteit, een terugwerking in tijd, zou dan een aanpassing in dat blokuniversum betekenen. Die visie roept tijdparadoxen op, zoals het verhinderen van die supertoevallige eerste ontmoeting van je ouders zodat jij niet geboren wordt, waardoor jij er niet bent om die ontmoeting te verhinderen, waardoor jij wel geboren wordt, enz.
Ik zie dat dus enigszins anders. Niet alleen materie wordt door waarneming gecreëerd maar ook de bijbehorende tijd. Ik heb dat al in ‘Schrödingers Stopwatch‘ beschreven. Dat is – subtiel – iets anders dan een terugwerkende kracht in de tijd. Het is de creatie van historie door waarneming in het enige moment dat ontologisch werkelijk bestaat, in het NU. Ik heb dat wel eens creatief boekhouden van het universum genoemd. Als die creatie is gedaan, ligt vanaf dat moment de historie vast en kan niet meer aangepast. Historie is uiteindelijk herinnering en her-innering gebeurt in het NU. Dat roept natuurlijk onmiddellijk de boeiende vraag op wat herinnering eigenlijk is.
Voorstel voor een experiment
Dit is volgens mij een experiment dat uitstekend geschikt is om in aangepaste vorm op grotere schaal via het internet uit te voeren. Aan de eisen van zorgvuldigheid, correcte registratie en controle door onafhankelijke tweede waarnemers dient natuurlijk rigoureus voldaan te worden, maar dat zijn in feite normale eisen aan elk belangrijk experiment. Hier ligt wat mij betreft een taak voor de SPR (Society for Psychical Research – Nederland) in samenwerking met een kwantumfysicus, een die niet al te overtuigd is van multiversa. Het aantonen van meervoudige verstrengeling op die schaal is wat mij betreft misschien zelfs wel een Nobelprijs waard.
Ir. Paul J. van Leeuwen MSc studeerde af in de technische natuurkunde in 1974 aan de TU Delft. Kwantumfysica was nog geen onderdeel van zijn curriculum toen. Hij behaalde tijdens zijn werk in de automatisering in 1993 een master of science in kennistechnologie bij het CIBIT verbonden aan de Utrechtse universiteit.
Veel later in zijn carrière ontdekte hij de kwantumfysica en haar connectie met informatie en bewustzijn. Na zijn pensionering startte hij postacademische cursussen in kwantumfysica, informatie en bewustzijn.
De inhoud van zijn cursussen is samengevat in zijn boek ‘Kwantumfysica, informatie en bewustzijn’. Dit boek is ook in het Engels gepubliceerd onder de titel: ‘Quantum Physics is NOT Weird’.
Beste mijnheer van Leeuwen, weer een interessant artikel Ik vraag me toch steeds af waarom dit soort signalen niet veel breder opgepakt worden. Staat dit te ver af van veel wetenschappers ? Er zit toch een grote potentie als dit fenomeen begrepen en hanteerbaar gemaakt wordt ? Graag uw mening. Hartelijke groet, Peter van Tilburg HOVO cursist
Dag heer van Leeuwen, hartelijk dank weer voor dit interessante artikel. Mijn reactie was exact hetzelfde als van Dhr. Peter van Tilburg. NB: Als het door u voorgestelde experiment wetenschappelijk correct wordt uitgevoerd hoeft niemand bang te zijn voor reputatie- of loopbaanschade. Denk ik. Hartelijk dank en veel groeten, Mirjam Dekker