Materialisme en zijn desastreuze gevolgen.

Waarom het materialisme de oorzaak is van de rampzalige toestand van de wereld en de mensheid, en wat eraan te doen

Aan het begin van een cursus Kwantumfysica en Bewustzijn voor leerlingen van de Academie voor Geesteswetenschappen in Utrecht poneerde ik bovenstaande uitspraak. Aan het eind van de cursus, de laatste les, werd – terecht – om een toelichting op die uitspraak gevraagd. Dat leidde tot een stevige discussie die niet helemaal bevredigend verliep, waarop ik besloot om mijn standpunt maar eens uitgebreid toe te lichten. Bij deze dus.

Dat materialisme ons naar de afgrond leidt is mijn persoonlijke overtuiging. Onder hard materialisme, ook wel fysicalisme genoemd, versta ik de diepe overtuiging dat de wereld volledig verklaard kan worden met materie en alle interactie tussen materie. Om misverstanden hierover te voorkomen, dit betekent niet dat ik vind dat mensen met zo’n er-is-alleen-materie visie slechte mensen zijn. Materialisten zijn beslist geen slechte mensen met kwaadaardige bedoelingen, maar meestal – in mijn opinie – verkeerd geïnformeerd. Het kunnen heel goed bijzonder aardige, empathische, verantwoordelijke en eerlijke mensen zijn.

Ik zal hieronder in een aantal logische stappen uiteenzetten waartoe materialisme ons leidt en waarom ik dat desastreus acht.

Het materialistisch postulaat en zijn conclusies over de wereld

Zuiver materialisme, gaat uit van het postulaat dat de wereld volledig verklaard kan worden met materie en alle interactie tussen materie. Dat postulaat leidt stapsgewijs tot de volgende logische conclusies:

  1. Bewustzijn kan alleen een product zijn van materie want er is alleen materie. Bewustzijn is daarom een emergente eigenschap van een complex brein.
  2. Dat betekent dat er een complex brein nodig is voor bewustzijn. Alles wat geen complex brein heeft, bezit dus geen of weinig bewustzijn. Hoe minder complex het brein, hoe minder het bewustzijn. De mens heeft het meest complexe brein en daarom ook het meest complexe bewustzijn (op aarde) en is dus superieur aan alle andere vorm van leven.
  3. Bewustzijn, als product van een complex brein, sterft met de dood van het fysieke lichaam en het brein.
  4. Het leven, dus ook bewustzijn, kan alleen ontstaan zijn door louter toevallige combinaties van materie. Leven en bewustzijn zijn daarom een toevallig verschijnsel in een onverschillig universum.
  5. Leven is daarom een in principe louter mechanisch verklaarbaar verschijnsel.
  6. Erfelijkheid, een kenmerk van leven, is een mechanisch verklaarbaar verschijnsel. Wijzigingen in de erfelijke eigenschappen zijn een gevolg van toevallige mutaties.
  7. Evolutie, het geleidelijk ontstaan van steeds complexere organismen, geschiedt door mechanische toevallige effecten. Het meest geschikte organisme heeft de grootste kansen om zijn door mutatie veranderde erfelijke eigenschappen door te geven aan de volgende generatie. De minder voor overleven geschikte erfelijke mutaties sterven automatisch uit.
  8. Hoewel er op die manier zeer complexe organismen kunnen ontstaan, eventueel met bewustzijn, moet dit uiteindelijk op blind toeval berusten. Een andere verklaring is er niet en is ook niet nodig.
  9. Blind toeval, samen met de basis eigenschappen van materie zijn daarom de enige werkelijke factoren in het universum.
  10. Vrije wil is een illusie.
  11. Er is daarom geen doel te bekennen in het universum. Het is zinloos.
  12. Er is ook geen goed en kwaad te bekennen in het universum aangezien goed en kwaad geen eigenschappen van de materie zijn en daar ook niet van afgeleid kunnen worden. Ethiek, ideeën van goed en kwaad, hebben geen materiële basis.

Bovenstaande uitspraken zijn geen overtuigingen van mij maar logische afleidingen van het materialistische postulaat. Dezelfde stellingen kun je terugvinden in de publicaties van Richard Dawkins (The Selfish Gene) en Daniël Dennet (Darwin’s Dangerous Idea). Verder vind je ze terug bij Nederlandse neurologen als Dick Schwaab (Wij zijn ons brein), Ciriel Pennartz (De code van het bewustzijn) en Victor Lamme (De vrije wil bestaat niet).

Alles is geoorloofd in het materialistisch perspectief

Uit de laatste drie conclusies – 10,11 en 12 – die door genoemde aanhangers van de materialistische visie op de wereld volledig onderschreven worden – leid ik dan het volgende af:

  • Elk individueel organisme is daarom volledig vrij om zijn eigen doel te bepalen en te bereiken. Als andere organismen daarbij in de weg staan hebben ze pech gehad.
  • Met andere woorden: alles is geoorloofd. Als andere organismen daaronder lijden is voor het organisme dat dat lijden veroorzaakt alleen van belang als het daar zelf weer nadeel van ondervindt.
  • Liefde, empathie zijn prettige gevoelens maar niet nodig, een luxe.
  • Ongebreidelde sociopathie, machtswellust, hebzucht, uitputting van natuurlijke bronnen, oorlogen, onderdrukking, uitbuiting, uitsluiting van de ander en zelfs het martelen of doden van de ander zijn verdedigbaar in het puur materialistische perspectief. De natuur is niet anders.
Ongelijkheid inkomen in Nederland. © RaboResearch special.

Het kan best zijn dat deze conclusies u tegenstaan. Gelukkig maar. Maar zijn ze onlogisch? Ze ondersteunen wel de ongebreidelde hebzucht die steeds sterkere vormen aanneemt waardoor de sociale ongelijkheid en de concentratie van kapitaal in de wereld steeds sterker alarmerende vormen begint aan te nemen.

The Matter with Things – materialisme deugt niet

Deze welsprekende, haast poetische quote uit ‘The Matter with Things’ van Iain McGilchrist lijkt me hier daarom uitstekend van toepassing:

The business of life then becomes like a dance watched by a deaf person: puzzling, pointless and somewhat absurd. Death becomes just the meaningless end of a life itself without meaning. Goodness becomes mere utility, and suffering just frustration of utility. Eros becomes just lust; longing just want; sleep and dreams an inefficiency that we should do away with if we could; art a toy; the natural world a heap of resource; and wonder merely a measure of our failure, rather than, as I believe it to be, a measure of our insight.

Daarom: Materialisme deugt niet.

Daarbij: Het is niet experimenteel aangetoond. Het is een dogma. Een onbewezen geloof. Het is niet alleen een geloof, maar ook kortzichtig. Materialisme biedt geen geloofwaardige verklaring voor kwantumverschijnselen zoals bijvoorbeeld het waarnemer effect bij de dubbelspleet, verstrengeling aangetoond bij alle Bell experimenten en de beïnvloeding van kwantum toevalsgeneratoren (QRNG) door de intentie van de waarnemer. Wie even met een open geest, die bereid is om de materialistische kijk op de wereld los te laten, nadenkt over hypotheses als decoherentie, multiversa, superselectie en spontane ineenstorting zal kunnen inzien dat dat allemaal niet bijster geslaagde pogingen zijn om de materialistische visie te redden. Overigens heeft de materialistische visie ook geen echte verklaring voor de evolutie van het leven, hetgeen steeds pijnlijker begint te worden gezien de recente ontdekkingen in erfelijkheidsonderzoek waar organismen, eencelligen maar ook meercelligen, actief en intelligent hun eigen erfelijke eigenschappen blijken aan te passen in antwoord op de uitdagingen van hun omgeving.

Nogmaals, dat wil natuurlijk niet zeggen dat materialisten niet deugen. De meeste mensen deugen, ook als ze materialistische opvattingen hebben. Maar dit zegt wel iets over waartoe dit beeld van de wereld uitnodigt. Is het dan vreemd dat we in deze tijd aan de rand van een catastrofe staan, ondanks alle goede bedoelingen van de meeste mensen?

Maar is het primair bewustzijn ook niet gewoon een hypothese?

Inderdaad. Primair bewustzijn veronderstellen is ook een hypothese en omdat het niet experimenteel bewezen kan worden is het net zo goed een postulaat als het postulaat van het materialisme. Maar het is wel zo dat het postulaat van het primaire bewustzijn uitstekende verklaringen biedt voor in de materialistische visie onbegrijpelijke kwantumfysische effecten. Daarom heeft het mijn voorkeur. Een hypothese die geen verklaringen biedt voor experimenteel waargenomen effecten is wat mij betreft een slechte hypothese.

In de kwantumfysica wordt steeds weer bevestigd dat de informatie die een experiment kan opleveren bepaalt waar het onderzochte object opduikt, hoe het zich gedraagt en hoe het zich gedragen heeft. De werkelijkheid gedraagt zich niet materieel maar veel meer als een dynamisch en interactief veld van potentie. Informatie inclusief haar betekenis is typisch iets dat zich in het bewustzijn ophoudt. Dat effect, de waarnemer manifesteert middels zijn waarneming het waargenomene, is alleen goed verklaarbaar als bewustzijn veel meer is dan een emergent verschijnsel van materie.

Als we ervan uitgaan dat bewustzijn primair is en materie een uiting is van dat bewustzijn ontstaat een heel ander beeld, verliest het materialisme zijn overtuigende kracht en kunnen we hopelijk aan de slag gaan om een wereld te creëren die niet – zoals het er nu uitziet – op de afgrond afstormt.

Paul J. van Leeuwen, Den Haag april 2022