After we came out of the church, we stood talking for some time together of Bishop Berkeley’ ingenious sophistry to prove the nonexistence of matter, and that everything in the universe is merely ideal. I observed, that though we are satisfied his doctrine is not true, it is impossible to refute it. I never shall forget the alacrity with which Johnson answered, striking his foot with mighty force against a large stone, till he rebounded from it – ‘I refute it thus.’
James Boswell: The Life of Samuel Johnson
Kastrup’s boek is niet echt gemakkelijk lezen. Elke zin moet uitgepakt worden als een zipfile. Je moet echt een aantal begrippen uit de filosofie paraat hebben. Zijn redeneringen zijn dan echter glashelder en het is niet gemakkelijk om er nog iets tussen te krijgen. Het is mijns inziens de moeite waard om hier zijn argumenten te bespreken die verrassend dicht tegen mijn visie op de betekenis van de kwantumfysica voor een interpretatie van de wereld aan liggen. Diezelfde visie vindt u aan het eind van mijn boek. Daar aangekomen breek ik een lans voor het idee van een kosmisch bewustzijn dat zich dit universum met ons erin ‘droomt’, net zoals wij in onze slaap complete werelden kunnen dromen die in de droomtoestand doorgaans als ‘echt’ ervaren worden. Als ik Kastrup’s boek vergelijk met dat van mij, dan pel ik langzaam alle lagen weg van de manier waarop ons geleerd is dat de werkelijkheid in elkaar zou zitten, om uiteindelijk bij Idealisme aan te komen. Kastrup gaat rechtstreeks naar de kern van de zaak, Idealisme, vertrekt daarvan en argumenteert vervolgens waarom dat een beter en vruchtbaarder beeld van de werkelijkheid is dan Fysicalisme.
Dat idee van een dromend kosmisch bewustzijn is identiek aan het Idealisme van bisschop Berkeley. Kastrup betoogt dat dat Idealisme de beste verklaring levert, met de minste ontologische aannames, voor een groot aantal fenomenen waarvoor het Fysicalisme geen enkele verklaring weet te leveren. Er zijn ook fenomenen die zelfs in tegenspraak zijn met die opvatting van de wereld.
Elke interpretatie van de wereld, zowel Idealisme als Fysicalisme, stoelt uiteindelijk op een aantal metafysische aannamen die niet bewezen kunnen worden. Hoe minder hoe beter lijkt daarbij een goed uitgangspunt voor een verstandige keuze tussen die twee. Laten we voor beide systemen de voor en tegens eens op een rijtje zetten en er meteen bij zetten of we op een of andere manier zeker kunnen weten of het uitgangspunt wel of niet klopt en of dit in overeenstemming is met experimentele bevindingen.
Fysicalisme, de problemen
De wereld bestaat volgens Fysicalisme objectief en permanent. Er is alleen materie. Alles heeft uiteindelijk een materiële oorzaak. Ons bewustzijn is een product van de materie, een emergent epifenomeen. Maar hoe kunnen we dat idee eigenlijk hard aantonen? Bedenk dat de wereld zich zonder uitzondering aan ons voordoet als ervaringen die in ons bewustzijn verschijnen. Pas als ze in ons bewustzijn verschijnen zijn die ervaringen voor ons werkelijk. Ervaringen die in ons bewustzijn verschijnen zijn de enige fenomenen waarvan we ondubbelzinnig kunnen zeggen dat ze werkelijk zijn. We kunnen er ons echter op geen enkele manier van verzekeren dat de bron van onze ervaring objectief en fysiek bestond voordat ze als ervaring in ons bewustzijn is verschenen.
De ervaring van Samuel Johnson van zijn voet tegen de grote steen is een ervaring binnen zijn bewustzijn. Niet erbuiten. Het bewijst dus niets. Het feit dat we het er met andere mensen over eens zijn dat iets zich in de wereld voordoet lijkt een argument voor het objectieve fysieke bestaan ervan maar is uiteindelijk ook een ervaring binnen ons bewustzijn en bewijst dus niet het objectieve bestaan ervan. In een droom kan iemand mij ook bevestigen dat hij eveneens ziet wat ik zie. Toch blijkt die bevestiging bij het wakker worden waardeloos.
Fysicalisme en de kwantumfysica
Fysicalisme moet logischerwijs volgens zijn materiële uitgangspunt aannemen dat bewustzijn een product van de materie is want er is alleen materie. Bewustzijn als emergent fenomeen van de hersens biedt echter geen verklaring voor de ontdekkingen in de kwantumfysica dat de waarneming de uitslag van de waarneming beïnvloedt. Zelfs terug in de tijd. Dat zijn de onontkoombare conclusies van de zogenaamde uitgestelde keus experimenten, zoals die van Scarcelli, Zhou en Shih in 2007. Voor een uitgebreide beschrijving daarvan verwijs ik naar mijn boek, hoofdstuk 7, Uitgestelde kwantumwisser vs. 2007.
Een beeld van een universum met alleen materie biedt hier geen enkele verklaring voor het feit dat de detectie van de spleet die gepasseerd moet zijn terug in de tijd werkt. Dat is omdat de oorsprong van het effect dat de interferentie verdwijnt – het verschijnen van het foton in een van de spleten – vóór het moment van detectie plaats gevonden moet hebben.
En dat is beslist niet het enige experiment waar het Fysicalisme niet in staat is tot een verklaring. Alle Bell experimenten tot nog toe hebben met toenemende betrouwbaarheid aangetoond dat de meting aan deeltje A – al is de locatie van die meting nog zo ver verwijderd van die van de meting aan deeltje B – de uitslag van de meting aan deeltje B vastlegt en dat vóór de meting aan deeltje A de toestand van A noch B bestond. Je kunt dan niet met goed fatsoen zeggen dat de deeltjes al wel bestonden, maar dan wel zonder hun eigenschappen. Ik spreek hier daarom expres van metingen en niet van uit elkaar vliegende deeltjes aangezien we niet kunnen spreken van een eigenschapsloos bestaan van een deeltje vóór de meting. Iets dat bestaat heeft per definitie eigenschappen, toch? Fysicalisme biedt hier geen oplossing.
Daarbovenop is het verschijnen van het deeltje in het meetinstrument dat onmiddellijk daarvoor nog een coherente waarschijnlijkheidsgolf was, nog steeds een onopgelost raadsel waarvoor nog steeds een werkelijk fundamentele verklaring niet gevonden is vanuit het Fysicalisme. Decoherentie biedt geen verklaring maar is alleen een andere naam voor dit verschijnsel. Het verklaart niets. Het verklaart overigens ook niet hoe een niet-fysieke waarschijnlijkheidsgolf coherent blijft. Coherentie – samenhang – is een verschijnsel dat bij uitstek fysiek verklaard wordt. Hoe waarschijnlijkheden – getallen – een samenhangende golf kunnen zijn is nog steeds niet verklaard.
Fysicalisme houdt ook niet-contextualiteit in. Dat wil zeggen dat de uitslag van een waarneming niet mag afhangen van de manier waarop andere tegelijkertijd uitgevoerde waarnemingen gedaan worden. Ook dat wordt tegengesproken door de Bell experimenten. In dat kader is er in 2019 een experiment gedaan waarvan de voorlopige uitslag ook weer is dan niet-contextualiteit geschonden lijkt te worden. Ik verwijs naar mijn bericht: ‘Het consensus probleem in de kwantumfysica’.
Los van deze fysische experimenten zijn er talloze verschijnselen in de wereld die niet goed of volstrekt niet met het Fysicalisme te verklaren zijn. Die worden dan ook vaak onmogelijk geacht en geschreven op conto van fantasie, illusie, bedrog, ondeugdelijk onderzoek, anekdotisch en wat die meer zij. De nabij-de-dood-ervaring (NDE) is hier een goed voorbeeld van, dat overigens uitstekend te verklaren valt met Idealisme, sterker nog, het voorspelt het.
Idealisme, de bezwaren
Idealisme zegt dit: er is alleen een universeel bewustzijn waarin de werkelijkheid zoals wij die ervaren zich afspeelt op dezelfde manier als wanneer wij dromen. Binnen het bewustzijn dus. De materialiteit en de permanentie van de waargenomen wereld is een illusie. Kastrup somt de belangrijkste tegenwerpingen op:
- De ervaren concreetheid van de wereld.
- Het persoonlijke privé bewustzijn.
- Bestaat alleen de waargenomen werkelijkheid?
- Mijn bewustzijn is niet in staat om de waargenomen werkelijkheid aan te passen.
- Als de wereld een droom is hoe komt het dat wij die met elkaar delen?
- Wat is de oorsprong van de wetten van de natuur?
- Dat fenomenen zich buiten onze persoonlijke psyche afspelen wordt evengoed verklaard met Fysicalisme. Waarom dan een andere verklaring?
- Hoe komt het dat wat er zich in onze psyche afspeelt correleert met de waarneembare processen in ons brein?
- Hoe komt het dat, kort voordat wij een beslissing nemen, de hersenactiviteit al toeneemt? (Libet)
- Waar is dat niet-materieel bewustzijn wanneer we bewusteloos zijn?
- Is Idealisme niet hetzelfde als solipsisme?
- Hoe kwam de Big Bang tot stand zonder bewustzijn?
- Als ik naar het universum kijk dan zie ik daar geen bewustzijn.
Het gaat te ver om hier op al die tegenwerpingen in te gaan. Ik verwijs daarvoor naar het boek van Kastrup, deel III: Refuting objections. Maar op punt 1 t/m 4 ga ik hier in:
- Ook de concreetheid van de wereld is uiteindelijk een ervaring binnen het bewustzijn. Een goede definitie van bewustzijn is ‘Dat wat ervaart’. Volgens die definitie is er geen enkele manier om de objectieve wereld te ervaren zonder dat het bewustzijn daarbij betrokken is.
- Dat we allemaal een persoonlijk privé bewustzijn ervaren is volstrekt mogelijk als elk privé bewustzijn een zelfstandig functionerend onderdeel (subroutine) van het universele bewustzijn is, maar dat slechts in zeer beperkte mate met dat universele bewustzijn kan communiceren.
- Een technisch voorbeeld: Virtuele computers binnen computers. De virtuele computer heeft geen rechtstreekse verbinding met de hardware en kan die ook niet direct aansturen. Ik heb zelf een volledig functionele -– en legale – Windows 10 draaien in een virtuele omgeving op een Apple computer.
- Een menselijk voorbeeld: Dissociatieve Identiteitsstoornis (DID – voorheen MPS). In één persoon kunnen meerdere persoonlijkheden huizen. Een uitstekend voorbeeld is het geval van een vrouw die zowel blinde als ziende persoonlijkheden heeft. Als de blinde persoonlijkheid naar voren is gekomen dan zijn aantoonbaar de visuele hersencentra niet meer actief. Die worden actief als een niet-blinde persoonlijkheid naar voren treedt. Lees: ‘Sight and blindness in the same person: Gating in the visual system’.
- Dat de maan alleen bestaat als ik ernaar kijk, dat kan toch niet? Wat bedoelen we met ‘de maan bestaat’? Als ik naar de maan kijk dan zie ik die doordat zich een aantal fotonen op mijn netvlies manifesteren. Dat zijn niet dezelfde fotonen die een ander ziet. Die ander die samen met mij constateert dat de maan aan de hemel staat ontvangt zijn eigen fotonen, niet de mijne. Op het moment dat dat nodig is binnen mijn ervaringen zal het universele bewustzijn ervoor zorgen dat ik de juiste fotonen ontvang conform het beeld van de wereld dat dat universele bewustzijn voortdurend creëert en volgens patronen die wij herkennen als wetten van de natuur. Denk aan een VR-bril, als ik die opzet en om me heen kijk (mijn hoofd beweeg) projecteert de VR het overeenkomstige beeld. Het beeld dat overeenkomt met dat wat zich achter mij zou moeten bevinden wordt nog niet in de bril geprojecteerd, bestaat (nog) niet.
- Als bewustzijn de wereld creëert, waarom kan ik dan met mijn gedachten de wereld niet naar mijn wens creëren? Het eenvoudigste antwoord daarop is dat ik – dat wat ik momenteel als ik ervaar – een afgesplitst deel ben van het universele bewustzijn. Ik ben een geval van DID dus. Dat afgesplitste fragment dat ik ben, is niet in staat om het totaalplaatje van de wereld te beïnvloeden met een actie van de wil. Dat is afgeschermd. Overigens is het in talloze parapsychologische experimenten aangetoond dat de geest de werkelijkheid wel degelijk beïnvloedt. Er zijn NDE’s gerapporteerd die bevestigen dat de van het fysieke lichaam bevrijde geest uitstekend in staat is om elke ervaring te creëren die het zich maar voorstelt. Een goed voorbeeld is de NDE van Nancy L. Danison waar ze zich in haar lichaamloze toestand, terwijl haar lichaam op dat moment levenloos in een stoel in een ziekenhuiskamer zat, bedacht dat ze toch eigenlijk in een ziekenhuis was en het volgende moment met een verpleegster naast haar door een volledig werkelijkheidsgetrouwe ziekenhuisgang liep – totdat ze aan iets anders dacht.
Voor de overige punten verwijs ik verder naar Kastrup’s boek. Ik kan u wel zeggen dat hij op overtuigende wijze afrekent met al die bezwaren.
Idealisme tegenover Fysicalisme
Idealisme doet metafysische aannames. Daar kom je niet onderuit. Volgens Kastrup:
- Universeel bewustzijn is primair. Het is de grond van alles.
- Universeel bewustzijn moet de eigenschap hebben van zelf-excitatie, zoals bij een snaar die spontaan in een toestand van trilling komt.
- Die zelf-excitatie moet de oorsprong zijn van elke ervaring.
Verdedigers van Fysicalisme brengen vaak – in de geest van Samuel Johnson – naar voren dat voor Fysicalisme geen metafysische aannames gedaan hoeven te worden. Alles is al voorhanden. Niets is minder waar. Waar komen de fysische wetten vandaan? Hoe komt het dat de materie zich volgens mathematische wetten gedraagt?
Kwantumfysische verschijnselen worden door fysicalisten verklaard met de aanname van het kwantumveld. Dat is een veld van potentie dat het hele universum doordringt, dat op elk punt voortdurend actief is met virtuele deeltjes die uit het niets verschijnen en weer razendsnel in dat niets verdwijnen tenzij het – onvoorspelbaar – verandert in een niet-virtueel – waarneembaar – deeltje. Dus:
- Het kwantumveld is primair, het is de grond van alles.
- Het kwantumveld heeft de eigenschap van zelf-excitatie. Het produceert voortdurend virtuele deeltjes die objectief reëel kunnen worden.
- Die zelf-excitatie is de bron van elke waarneming.
Kortom, wat is in deze de meest spaarzame hypothese denkend aan de fenomenen die het Fysicalisme niet kan verklaren?
Niets dan voordelen
Als je er even over nadenkt dan blijkt Idealisme uitstekende verklaringen te bieden voor een aantal verschijnselen waar Fysicalisme het spoor bijster raakt:
- De NDE
- De verrassende geschiktheid van de wiskunde om de fenomenen in de wereld te beschrijven terwijl wiskunde bij uitstek een product van de geest is.
- Het feit dat ruimte en tijd afhankelijk zijn van de positie van de waarnemer. Dat ruimte gekromd kan zijn. Dat wijst er op dat ruimte en tijd een product van de geest zijn.
- Synchroniciteit. Gebeurtenissen die geen causale samenhang hebben maar wel een gemeenschappelijke betekenis voor degene die de synchroniciteit ervaart. Het stoppen van klokken op het moment van overlijden van een familielid is er zo een die best vaak voorkomt.
- De verrassende precisie waarmee de fysische constanten op elkaar afgestemd zijn zodat leven mogelijk is. Een minieme afwijking daarvan zou al resulteren in een universum zonder enig leven zoals wij dat kennen.
- De kwantumcoherentie in levende systemen die veel langer blijft bestaan dan mogelijk wordt geacht.
- De kwantumefficiency van metabolische processen.
- Etc.
Tenslotte. Idealisme biedt ook een aanzienlijk hoopvollere boodschap dan Fysicalisme. Het einde van het fysieke lichaam is niet het einde van het bewustzijn. Het universum is verre van zinloos.
Ir. Paul J. van Leeuwen MSc studeerde af in de technische natuurkunde in 1974 aan de TU Delft. Kwantumfysica was nog geen onderdeel van zijn curriculum toen. Hij behaalde tijdens zijn werk in de automatisering in 1993 een master of science in kennistechnologie bij het CIBIT verbonden aan de Utrechtse universiteit.
Veel later in zijn carrière ontdekte hij de kwantumfysica en haar connectie met informatie en bewustzijn. Na zijn pensionering startte hij postacademische cursussen in kwantumfysica, informatie en bewustzijn.
De inhoud van zijn cursussen is samengevat in zijn boek ‘Kwantumfysica, informatie en bewustzijn’. Dit boek is ook in het Engels gepubliceerd onder de titel: ‘Quantum Physics is NOT Weird’.
Hallo, ik heb een vraagje. Zou Paul van Leeuwen eens een (bij voorkeur niet-materiële) beschrijving willen geven van het volgende geval. Een persoon wordt door een auto aangereden. Een ziekenwagen vervoert hem/haar naar een ziekenhuis, waar een levensreddende operatie wordt uitgevoerd.
Dat is niet zo moeilijk Kees. De persoon wordt wakker en constateert dat hij droomde dat hij aangereden werd en naar het ziekenhuis vervoerd, waarna hij wakker werd tijdens de operatie. Het was allemaal in de geest. Heel levensecht, heel voorstelbaar en heel niet-materieel.
Wat is dan het verschil tussen de wakkere en de dromende persoon? En constateert hij/zij dat hij/zij niet echt is aangereden maar een boze droom had? En wat droomde de opererende chirurg? En de verpleegsters? En de nabije familie van de persoon?
Beste Kees, dat is de consensus vraag, vraag 5. Dat is inderdaad een raadsel maar ik denk dat de kwantumverstrengeling daar een mogelijk antwoord biedt, alles is met elkaar verbonden, dus ook de dromers. In het bericht staat een link naar een ander bericht: Het consensus probleem in de kwantumfysica. Ik zou zeggen, leest u dat eerst.
Beste PaulJacobus,
Nee, ik ga dat bericht niet eerst lezen. Het verwart, evenals Kastrup doet, de microfysica met de macrofysica, de werkelijkheid om ons heen. Bedenk dat de wiskundige formules uit de QM alleen daar toepasbaar zijn, en nergens in de macrofysica. Je kunt het gedrag van de ensembles van miljarden interacterende deeltjes, of wat dan ook in de macrofysica, evenmin afleiden uit de QM als je het gedrag van opeengepakte mensenmassa’s kunt afleiden uit het gedrag van de individuele mens. Ontkenning van het bestaan van wat ons het meest vertrouwd is, de materie, beschouw ik als een gotspe, een geval van doorgedraaide esoterie.
Beste Kees, ik respecteer je recht op een eigen mening maar een frappanter voorbeeld van vooringenomenheid kan ik me zo gauw niet voor de geest halen. Dat is jammer.
Voor wat betreft de door jouw genoemde scheiding tussen de microfysica en de macrofysica, die bestaat niet. De kwantumfysica is op elke schaal toepasbaar. Elke prominente kwantumfysicus zal dat desgevraagd volledig beamen. Dat is overigens de reden voor het enthousiasme van velen van hen voor de multiversum hypothese, alles wat kan gebeuren in het universum gebeurt materieel maar daarvoor moet het universum bij elke mogelijke uitkomst splitsen in al die mogelijke uitkomsten. Wat mij betreft is dat juist een gotspe.
Beste Paul,
Ik weet niet waar mijn vooringenomenheid uit blijkt; uit een ander idee van de werkelijkheid? De kwantumfysica is niet op elke schaal toepasbaar. Kun je een voorbeeld geven van de toepasbaarheid van de Schrödingervergelijking op een macrofysisch fenomeen? Ik heb niet van een scheiding tussen micro- en macrofysica gesproken; het onderscheid tussen de twee is zinvol, en bepaalde fysische wetten van de twee zijn verschillend . Wel eens over de kleur van een molecule gedacht?
Beste Kees,
Elke beginnende natuurkundestudent kan de Schrödinger vergelijking toepassen op een biljartbal van 1 kg die met 1 m/s over het biljart rolt. Het resultaat is een golf met een frequentie van 1,5 x 10E33 Hz en een golflengte van 6,63 x 10E-34 m. Deze golf voorspelt de kans om de biljartbal waar te nemen als ik naar het biljart kijk. Gezien de verhouding tussen die frequentie en de enorm veel grotere tijdsduur die nodig is om te kijken en die waarneming te verwerken, is de waarneming van de biljartbal een aperte zekerheid. Waarmee volstrekt niet bewezen is dat de biljartbal een permanent bestaan onafhankelijk van de waarneming heeft. Dat die golf bestaat, staat buiten kijf, maar dat die materieel is, niet. Integendeel. Dat is Schrödingers hoofdpijn.
Maar veel interessanter is de kwantumverstrengeling van macro objecten. Ik verwijs daarvoor naar ‘Kwantumverstrengeling gerealiseerd tussen verre grote objecten’: http://nl.scienceaq.com/Fysica/1007031931.html. Er zijn legio voorbeelden van kwantumverstrengeling van met het oog zichtbare objecten op het internet te vinden.
Tenslotte zou je de boeken van grootheden in de kwantumfysica moeten lezen zoals Anton Zeilinger, Carlo Rovelli, Sean Carrol, Thomas Hertog. Unaniem verklaren die dat de kwantumfysica op elke schaal toepasbaar is. Het ontkennen van wat deze heren verklaren maakt effectief een eind aan elke vruchtbare discussie.
Tenslotte: de kleur van een molecuul is bij uitstek een kwantumfenomeen. De ervaring van die kleur is overigens een bewustzijnsfenomeen dat niet eenvoudig te herleiden valt tot de frequentie van het waargenomen licht. Als ik een blind persoon de frequentie vertel heeft hij daarmee niet de ervaring van de bijbehorende kleur.
“What I am going to tell you about is what we teach our physics students in the third or fourth year of graduate school…
It is my task to convince you not to turn away because you don’t understand it.
You see, my physics students don’t understand it…
That is because I don’t understand it.
Nobody does.” 😉
Jeroen,
Bedankt, dit is wat Feynman zijn studenten vertelde. Kwantumfysica is niet te begrijpen als je vasthoudt aan het beeld van permanente materie. Op het moment dat je dat los kunt laten begint het begrip.
Hi,
De retrocausale interpretatie van het kwantum “eraser” experiment berust op een misverstand. Zie b.v. mijn boek “Natuurlijk niet!”. Sean Carroll, die je noemt als “grootheid”, stipt dit misverstand overigens ook aan. Groet,
Roel
Beste Roel,
Dit is blijkbaar een nieuwe dicussie. Leuk. Overigens is de retrocausaliteit in die experimenten volgens mij geen echte retrocausaliteit maar het gevolg van de waarneming die achteraf interpreteert en daardoor vastlegt wat er gebeurde.
Dus, leg mij dat misverstand zoals jij dat bedoelt maar eens duidelijker uit. Waar zit dan de fout in de retrocausale interpretatie in https://quantumphysics-consciousness.eu/index.php/de-twee-foton-kwantumwisser-2007/?
De kwantumwisser filtert de meetresultaten. Er was nooit een interferentiepatroon, en dat wordt al helemaal niet veroorzaakt (!) door de kwantumwisser. Zie b.v. ook
https://algassert.com/post/1720
https://www.preposterousuniverse.com/blog/2019/09/21/the-notorious-delayed-choice-quantum-eraser/
en hoofdstuk 27 van “Natuurlijk niet!” waarin ik meer kwantummythen bespreek, gebaseerd op een zucht naar romantiek en mysterie.
“Kwantumfysica is niet te begrijpen als je vasthoudt aan het beeld van permanente materie. ”
Waarom niet? Aanhangers van b.v. Bohms pilot wave interpretatie zullen het oneens zijn met je. Dat is trouwens ook waarom ik Kastrup niet begrijp: hij claimt nogal es dat experiment X zijn visie bewijst, terwijl er allerlei interpretaties zijn die empirisch equivalent zijn. Tim Maudlin wees hem daar trouwens ook op,
https://youtu.be/rd7a_5M_37I?si=DevF4s71o1x1bNU_
Persoonlijk sta ik best open voor de beperkte houdbaarheidsdatum voor materialisme; ik zie alleen niet in hoe de QM dat zou onderbouwen.
Dank voor je reactie. Dat klopt. Als je Bohm’s pilot wave theorie aanhangt dan heb je een zekere verklaring. Maar wel een die behoorlijk complex is waarbij de interactie van de immateriële pilot wave met het materiële deeltje onbegrepen blijft. Complexer, wat mij betreft, dan de aanname van de invloed van de waarnemer op zijn eigen projecties. Eigenlijk is de pilot wave precies net zo onbegrepen als elektromagnetische interactie trouwens. Geef daar maar eens een verklaring voor. Of voor zwaartekracht. 😉
Over de kwantumwisser. Wat je zegt klopt voor het eerste kwantumwisser experiment van 1999. Die functioneerde als een Mach-Zehnder tgv de weglengte verschillen. Ik ben benieuwd wat de fout zou zijn in de 2007 kwantumwisser van Scarcelli. Of in de Australische kwantumwisser van 2015. Daar zie ik geen filterende halfdoorlatende spiegel.
” Maar wel een die behoorlijk complex is waarbij de interactie van de immateriële pilot wave met het materiële deeltje onbegrepen blijft.”
Dat ligt aan je definitie van “begrip”. Ik kan natuurlijk net zo stellen dat we bij gebrek aan begrip van bewustzijn geen idee hebben hoe iets materieels een interactie aangaat met iets immaterieels zoals bewustzijn. Wat de pilot-wave interpretatie probeert is een ontologisch meer bevredigende interpretatie te geven van de kwantummechanica waarbij de grootheid “positie” centraal staat. In hoeverre dat “complex” is weet ik niet, maar ik weet sowieso niet in hoeverre dat een vruchtbare leidraad is om een theorie op te stellen. Ik ken alleen Ockhams scheermes dat stelt dat je niet een overdaad aan fenomenen moet introduceren om empirische resultaten te verklaren. Volgens mij gebeurt dat in Bohms interpretatie niet.
Ik zou die andere varianten van de kwantumwisser beter moeten bekijken om te kijken of en hoe de opzet daarvan fundamenteel verschilt van het oorspronkelijke experiment.
Als er trouwens één interpretatie in mijn ogen hopeloos “complex” is, is het dat bewustzijn de golffunctie laat instorten. Wat voor bewustzijn? Een kikker? Insect? Een PhD? En hoe werkt dat met “Wigner’s friend”? En is het niet weer de zoveelste poging tot anthropocentrisme?
En waarom zijn er bar weinig hedendaagse experts in de kwantumfysica die het bewustzijn irrelevant vinden? Zijn zij allemaal betoverd door het materialisme? Of snappen zij misschien waarom het bewustzijn overbodig is om kwantumfenomenen te beschrijven?
Het idee dat het bewustzijn nodig zou zijn voor de kwantummechanica doet me altijd sterk denken aan de uitspraak van creationisten dat God nodig zou zijn om “complexe levensvormen” te vormen. Ik zie het niet, maar ik ben erg benieuwd of er ergens online (b.v. het arXiv) een kort en technisch overzichtsartikel is te vinden waarom het bewustzijn cruciaal is om het meetprobleem op te lossen.
Dat is niet wat ik een inhoudelijke reactie noem. Het argument van ‘de meerderheid denkt’ is een zwaktebod in dit soort discussies. Denk daarbij ook aan veel wetenschappelijke doorbraken die uit de minderheid kwamen.
Ik wacht op de reactie betreffende de kwantumwisser experimenten die ik genoemd heb. Mijn vraag is waarom fysicalisten altijd het niet goed uitgevoerde kwantumwisser experiment opvoeren in hun argumentatie en niet die experimenten die correct zijn uitgevoerd. Mijn tegenvraag over wat bewustzijn is, is natuurlijk wat elektromagnetisme en zwaartekracht zijn. Die vraag kun je netzomin beantwoorden. Dus dat mag je in je argumentatie niet gebruiken;-)
Ik weet zo niet welke experimenten je precies bedoeld, maar als je de arxiv-links geeft wil ik daar best naar kijken. Ik weet alleen niet wat je bedoeld met “niet goed uitgevoerd”. Ik meende dat de essentie van al deze experimenten hetzelfde was, maar misschien heb ik dat mis.
Wat er niet inhoudelijk was aan mijn reacties snap ik ook niet want ik reageer op jouw claims, maar ala.
Je vergelijking tussen zwaartekracht/elektromagnetisme en bewustzijn vind ik nogal flauw: je kunt altijd ontologisch doorspitten en claimen “dat we iets niet begrijpen”. We kunnen b.v. de wisselwerking tussen materie via deze wisselwerkingen heel nauwkeurig zowel kwalitatief als kwantitatief beschrijven. Zoiets mist volkomen voor bewustzijn.
Ik denk dat vanwege die epistemische vraag (wat bedoelen we met “begrijpen”?) een hoop miscommunicatie ontstaat.
Daarom is de vraag wat bewustzijn is ook tamelijk flauw en evenmin inhoudelijk. En nu verleg je de discussie naar wat begrijpen is. Ik zou terugwillen naar de oorspronkelijke discussie. Dat de kwantumfysica niet zozeer bewijst maar wel sterk wijst op de rol van de waarneming in de manifestatie van het object. Ook de rol van informatie op de uitkomst wijst op de rol van de waarnemers. Dat Wigner’s friend op het consensus probleem wijst is wat mij betreft een aanwijzing dat waarnemers verbonden moeten zijn, het is daarom geen doorslaggevende falsificatie van de rol van de waarnemer. Dat is wel een lastige en dat geef ik grif toe.
De wel naar mijn mening wel correct uitgevoerde kwantumwisser experimenten vind je op mijn website: https://quantumphysics-consciousness.eu/index.php/een-uitgestelde-keus-mach-zehnder-experiment/ en ook op https://quantumphysics-consciousness.eu/index.php/de-twee-foton-kwantumwisser-2007/#koude-atomen. Daar vind je ook de referenties naar de publicaties.
Hoi Paul, dank voor de links. Ik moet even kijken wanneer ik er aan toe kom om dat Nature artikel van Manning et.al. door te nemen.
Nog een vraag: wat is volgens jou het belangrijkste argument dat het bewustzijn voor de instorting zorgt, en niet zozeer de wisselwerking (ik snap dat decoherentie niet het meetprobleem volledig oplost)?
Hoi Roel,
Dat is een goede vraag. Er zijn meer argumenten. Ik begin met informatie.
Einstein zag in zijn gedanken-experiment met bewegende pleet (1927) al in dat de informatie die we hebben over de gekozen spleet het interferentiepatroon zou laten verdwijnen en dat het terug zou komen als we die informatie niet hadden. (https://www.researchgate.net/publication/268982293_Einstein-Bohr_recoiling_double-slit_gedanken_experiment_performed_at_the_molecular_level/figures?lo=1). Dat was in zijn visie dermate absurd dat hij dit als een bezwaar tegen de kwantummechanica van Bohr en Heisenberg hanteerde. Maar hij had het goed gezien, zijn inzicht is in vele experimenten bevestigd. Zelfs het ‘foute’ kwantumwisser experiment van Kim et al. van 1999 ( https://en.wikipedia.org/wiki/Delayed-choice_quantum_eraser#The_experiment_of_Kim_et_al._(1999)) laat zien dat het interferentiepatroon verandert in een vage vlek als we informatie hebben over de gekozen spleet.
Daarom spreek ik trouwens liever over reductie van de kwantumgolf in plaats van ineenstorting. Als je aanneemt dat de kwantumgolf gereduceerd wordt tot één spleet krijg je namelijk precies hetzelfde patroon – een vage vlek die in het midden het sterkst is. Overigens wordt dit patroon door Thomas Hertog in ‘Het ontstaan van de tijd’ fout weergegeven. Opmerkelijk. Koreaanse kwantumfysici hebben een experiment uitgevoerd waarbij de informatie over de gekozen spleet geleidelijk geregeld kon worden (https://physicsworld.com/a/wave-particle-duality-quantified-for-the-first-time/). De relatie tussen de informatie en de reductie blijkt een Pythagoreïsche. (Informatie)^2 + (1/Reductie)^2 = Constant.
De relatie van informatie met bewustzijn is daarmee nog niet 100% gelegd maar ligt intuïtief wat mij betreft wel voor de hand. Daarbij komt dat er wel in experimenten een relatie is aangetoond tussen intentie en de reductie van de kwantumgolf. (https://www.researchgate.net/publication/258707222_Consciousness_and_the_double-slit_interference_pattern_Six_experiments). Je kunt onmogelijk de relatie tussen intentie en bewustzijn ontkennen.
Ik hoop dat dat een antwoord is op je vraag al is daarmee natuurlijk niet beantwoord wat bewustzijn is. Maar dat geldt evengoed voor veldkrachten zoals zwaartekracht en elektromagnetisme. Alleen hebben we geen maatstaf gevonden om bewustzijn te kwantificeren.
Roel, doe je best 🙂